Ysaÿe: Vioolsolosonates nr. 1 in g, 2 in a, 3 in d Ballade, 4 in e, 5 in G, 6 in E op. 27. Thomas Zehetmair. ECM 472.687-2 (65’55”). 2004

Meer nog dan de solosonates van Bach is het zestal van de grote Belgische violist Ysaÿe vooral voer voor gevorderde violisten en minder voor ongespecialiseerde luisteraars. Dat kan veranderen als een echte grote, met veel muzikale verbeelding gezegende virtuoos zich voor deze werken inzet. Dat was tot nu toe op cd. bijvoorbeeld het geval met Leonid Kavakos (BIS CD 1046) en in iets mindere mate met Lydia Mordkovitch (Chandos CHAN 8599); Maxim Vengerov ontstak op EMI 557.384-2 alleen in de nrs. 2, 3, 4 en 6 een groots vuurwerk.

En nu meldt zich ook de bijzondere Thomas Zehetmair die we globaal kunnen rangschikken in de virtuele Kremer/Harnoncourt school. Met de componist weet hij de door de componist geportretteerde virtuozen Szigeti, Thibaud, Kreisler, Quiroga en Enescu tot leven te wekken en een eigen gezicht te verlenen. Aan karakter, kleurnuancen en virtuositeit mankeert het niet, maar de vertolkingen stijgen ver uit boven technische oefeningen. In dit repertoire is Zehetmair nu even primus inter pares.