Xenakis: Idmen; Pléiades. Gulbenkian koor en slagwerkensemble Les Pléiades o.l.v. Sylvio Gualda. Erato 2292-45771-2 (71’08”). 1991
Op vakantie in Corsica ging Iannis Xenakis liefst met een kano de zee op tijdens een flinke storm. In zijn muziek is iets van die durf en waaghalzerij terug te vinden. Behalve architect en assistent van Le Corbusier was hij na wat lessen bij Milhaud en Honegger eigenlijk een autodidact en van serialisme wilde hij niet niets weten omdat hij het doelloos en verwerpelijk vond. Wel was hij een vroege pionier van het componeren met een computer. Ook betoogde hij dat de feitelijke opvatting van een octaaf, verdeeld in een sequens van halve tonen, waarschijnlijk overbodig was. Hij verwierp ook de gedachte dat muziek gelijk stond aan taal en stelde dat muzikale structuur overeenkomt met de categorieën van tijd en ruimte.
In 1985 werd Idmen voor een koor van 64 of meer stemmen en slagwerk geschreven en dit schijnt de enige, gelukkig meteen representatieve opname daarvan te zijn. Daarvoor tekent voor zover het om het instrumentale aandeel gaat het Franse Ensemble Les Pléiades bestaat uit de dames Chantal Aguer, Laurence Chave, Hélène Colombini, Christine Lagniel, Eva Peyeur en Claire Talibart.
Net als Varèse was Xenakis erg geïnteresseerd in de mogelijkheden van een slagwerkensemble. Van de diverse werken die hij daarvoor componeerde, is Pléiades uit 1979 daarvan een van de mooiste en aanlokkelijkste. Het werk werd geïnspireerd door de Balinese gamelan. In de vier delen zijn de instrumenten verdeeld in families - claviers, peaux, métaux en mélanges. Vooral de toetsenversie is erg interessant met de heldere timbres van vibrafoon, xylofoon en marimba in een fascinerende etno-minimalitische opzet.
Wat Kuniko Kato in haar eentje doet met Pléiades uit 1978 (Linn CKD 495) wordt gewoonlijk, zoals ook hier, door zes slagwerkers gespeeld en wel in hecht samenspel, strak ritmisch, vol nuances en met vaart zoals het dit zevengesternte betaamt.