Xenakis: A Colone; Nuits; Serment; Knephas; Medea. Nieuw Londens kamerkoor en Critical Band o.l.v. James Wood. Hyperion CDA 66980 (57’59”). 1997
De muziek van Xenakis vertoont vaan dezelfde harde trekken van het Griekse landschap en de bittere noodlotswereld van de Griekse tragedie. Dat aspect van zijn kunst komt het duidelijkst tot uitdrukking in zijn vocale- en koorwerken waarin hij een synthese tracht te bereiken tussen het zuivere en het primitieve.
Medea (1967) is een toonzetting van een klassieke tekst (maar dan wel in het Latijn) waarin de ritualistische wereld van het origineel wordt opgeroepen door zang van mannenstemmen, begeleid door stenen die tegen elkaar worden geslagen terwijl verschillende instrumenten – zoals cello, klarinet en een raspende trombone – commentaar leveren.
Maar ook in Xenakis’ niet voor het theater bedoelde muziek schuilt een heel dramatische kwaliteit. Nuits, dat in 1967 ontstond als reactie op de militaire coup in Griekenland, is een brandend intense aanklacht voor twaalf onbegeleide stemmen die werd opgedragen aan een twaalftal slachtoffers van die coup. Voor dat doel werden Sumerische en oud-Perzische teksten gebruikt die als synthese van fonemen en lettergrepen zorgen voor primitieve klanken die ontdaan lijken te zijn van betekenis en die een referentiekader missen.
Omdat de componist zelf zijn vrijheid verloor, kon hij zich heel goed met die slachtoffers van een onderdrukking identificeren. Het resultaat is een negen minuten durende emotionele roep om vrijheid, deels als klacht, maar ook deels als protest.
Deze radicale koorwerken varen wel bij deze dappere Londense uitvoeringen waarin de klankblokken met een soms verbluffende reeks vocale technieken van het luid declamatorische tot het bijna gefluisterde heel mooi tot klinken komen.