Wolf: Italiaanse serenade in G; Scherzo en finale; Voorspel en tussenspelen uit Der Corregidor; Penthesilea. Omroeporkest Stuttgart o.l.v. Dietrich Fischer-Dieskau. EMI 556.644-2 (54’43”). 1996
Voor wie alleen de liederen en de Italiaanse Serenade van Wolf kent, zal het symfonisch gedichte Penthesilea zoiets als een schok betekenen bij eerste kennismaking. Het driedelige werk uit 1883/5 klinkt in overeenstemming met het onderwerp erg turbulent en uiterst romantisch in de stijl van een post-Lisztiaanse hyperbool. Het werk is waardig om naast de symfonische gedichten van Richard Strauss te staan. Scherzo en finale uit 1876/7 zijn knap als werk van een achttienjarige, maar abstracter en minder substantieel.
In vergelijking klinken de tussenspelen uit Der Corregidor (1896) eerder overdadig Wagneriaans. In vergelijking is de Serenade puur natuur en een zonnig lichtgewicht. Fischer-Dieskau zorgt voor een weinig terughoudende exuberantie waar dat wenselijk is en maakt het best denkbare van dit programma. Ook Daniel Barenboim deed met een deels overlappend programma met het Orchestre de Paris (Warner 0927-49582-2), maar diens opname klinkt wat wolliger.