Wagner: Oorspronkelijke pianowerken. Pianosonate in As WWV. 85 ‘Eine Sonate in das Album von Frau M(athilde) W(esendonk, 1853); Pianosonate in A WWV. 26 ‘Große Sonate’; Fantasie in fis op. 3 WWV 22 (1831) ‘Albumblatt für Frau Betty Schott’ WWV. 108. Thomas Lorango. Newport NCD 60133 (69’32”). 1991
Liszt: Liszt at the opera 1. ‘Isoldes Liebestod’ uit Tristan und Isolde; ‘Elsa’s bruidsoptocht uit Lohengrin S. 445/2; Twee pianostukken S. 446; Fantasie over thema’s uit Rienzi S. 439. Leslie Howard. Hyperion CDA 66861-2 (2 cd’s, 1u. 35’ 51’). 1989
Liszt: Liszt at the opera 2. ‘Spinnerlied’ en ‘Ballade’ uit Der Fliegende Holländer S. 440/1; ‘Pelgrimskoor’ uit Tannhäuser S. S. 443ii; ‘Feierlicher Marsch zum heiligen Gral’ uit Parsifal. Leslie Howard. Hyperion CDA 66571/2 (2 cd’s, 1u.21’02”). 1991
Liszt: Liszt at the opera 3. ‘Elsa’s Traum’ S. 446/2 en ‘Lohengrins Verweis’ S. 446/2 uit Lohengrin; Fantasie S. 439 over ‘Motieven’ uit Rienzi. Leslie Howard. Hyperion CA 66861/2 (2 cd’s, 1u.33’07”). 1993
Voor de meeste muziekliefhebbers geldt Wagner vooral als de meester van grootse opera’s, maar vooral in zijn jongere jaren schreef hij ook kleinschalige werken van kortere duur. Zoals een tweetal pianosonates, een Fantasie en een stel Albumblätter.
Wagners voormalige vriend, later een van zijn scherpste critici, Friedrich Nietzsche, noemde de componist in ander verband ooit ‘de grootste miniaturist van de muziek die in de kleinste ruimte een eindeloze hoeveelheid betekenis en zoetigheid perst’. Thomas Lorango ontfermde zich daarover.
Andere componisten maakten pianobewerkingen; Camiel Boomsma speelde enige daarvan (Et’cetera KTC 1500), maar Liszt ging op dit gebied zijn eigen weg om opera’s voor de huiskamerpiano geschikt te maken met zijn talloze operabewerkingen waarvan hier alleen de Wagnerfragmenten zijn genoemd.
De in Australië geboren, vanuit Londen werkzame Leslie Howard nam ze alle op in zijn reeks met zeventig opnamen van Liszts volledige pianowerken. Meestal dienden die bewerkingen vroeger om de pianoleeuwen van toen hun briljante virtuositeit in dit materiaal als toegift te spelen, maar het is de moeite ze nu goed toegankelijk bijeen te hebben.
Sommige van Liszts transcripties zijn vrij letterlijk, in andere worden thema’s verder tot ware fantasieën uitgesponnen. Als geheel vormt dit genre met ongeveer honderd bewerkingen in totaal het bewijs voor een niet te verzadigen belangstelling van Liszt voor andermans werk. Zowel Lorango als Howard verrichten degelijk werk, hoewel zeker niet is uit te sluiten, dat anderen hen ooit overtreffen.