CD Recensies

WEBER: OUVERTURES

Weber: Ouvertures Der Beherrscher der Geister J. 122, Peter Schmoll und seine Nachbarn J. 8, Abu Hasssan J. 106, Oberon J. 306, Preciosa J. 279, Der Freischütz J. 277, Silvana J. 87, Euryanthe J. 291, Turandot J. 75, Jubel ouverture op. 59 J. 245. WDR Omroeporkest Keulen o.l.v. Howard Griffiths. CPO 777.831-2 (69’00”). 2014

 

Wordt het niet wat eentonig, zes opera ouvertures plus twee inleidingen van toneelmuzieken bij Preciosa en Turandot en nog eens twee onafhankelijke stukken,  Der Beherrscher der Geister en de Jubel ouverture? En dan ontbreekt nog de entr’acte uit Die drei Pintos J. Anh. 5. Allerminst!

Alleen al door de voortreffelijke orkestratie en de mooie melodieën boeit dit materiaal van begin tot eind. In de Jubel ouverture horen we zelfs de ‘God save the queen’ melodie opduiken. Briljante muziek die door een Engelse dirigent voor een Duits omroeporkest keurig wordt gerealiseerd.

Een goedmoedige Abu Hassan (hobo!) en Peter Schmoll staan naast de substantiëler Freischütz en Oberon (hoorn!); Peter Schmoll en Silvana zijn vroege voorbeelden van hoe Weber zijn eigen weg zocht en vond.

Griffiths is zich bewust dat zware eisen worden gesteld aan de blazers uit het orkest en zorgt dat die worden gerealiseerd, maar ook het volle orkest in Oberon en Euryanthe krijgt de volle aandacht met virtuoze strijkers, net als de drukke figuraties uit de Jubel ouverture. Leuk die Oosterse melodie uit Turandot waardoor Hindemith in zijn Metamorphosen werd getroffen zo stijlvol te horen.

Er bestaan enige eerdere opnamen van dit materiaal, waarvan die van Karajan (DG 419.070-2) en Stein (Decca 476.27456) de beste waren; Wit (Naxos 8.570296), Järvi sr. (Chandos CHAN 9066) en Sawallsch (EMI 575.644-2) haalden dat niveau niet helemaal. Zodat erg veel te zeggen valt voor deze nieuwkomer.

Voor dat brokje uit Die drei pintos kunnen we het best terecht bij Pletnev (DG 453.486-2) die het combineert met het Konzertstück in f op. 79, J. 282, Aufforderung zum Tanz op. 65 J. 260 en de ouvertures Freischütz J. 277, Abu Hassan J. 106, Oberon J. 306, Der Beherrscher der Geister J. 122 en Euryanthe J. 291.