Weinberg: Solovioolsonates nr. 1-3; Shostakovitch: Gedeelten uit 3 Fantastische dansen op. 5 (bew. Glückman. Linus Roth en José Gallardo. Challenge CC 72688-2 (74’22”). 2015
Met heel wat andere componisten deelt Mieczyslaw Weinberg het lot dat hij pas na zijn dood internationaal bekend werd. Daaraan heeft de cd in het algemeen en violist Linus Roth in het bijzonder veel bijgedragen. Eerder nam hi de vioolconcerten (Challenge CC 72627) en de vioolsonates (Challenge CC 72567, 3 cd’s) op. Nu zijn de drie solosonates aan de beurt.
De vijfdelige sonate nr. 1 op. 82 ontstond in 1964 en werd met nog wat vage echo’s van Bach net als nummer 2 geschreven voor Mikhail Fichtenholz. De tweede, meest toegankelijke sonate op. 93 met zeven korte deeltjes ontstond drie jaar later en nummer drie is een continu doorlopend pittig werk uit 1978 dat zo’n 27 minuten duurt. Deze compositie is opgedragen aan de nagedachtenis van Weinbergs vader Shmil die componist en dirigent van het Yiddish theater was.
Om de sfeer ban deze strenge, van zorg en misschien zelfs onderhuids aanwezige agressiviteit te doorbreken, worden tussen de sonates een paar korte, puntige, luchtiger stukjes van Weinbergs vriend Shostakovitch gespeeld; daarvoor wordt de trouwe begeleider Gallardo even te hulp geroepen.
Op bewonderenswaardige wijze weet Linus Roth – langzamerhand een specialist op Weinberg gebied – zowel de passie en de gespierde kracht als de momenten van lyrische ontspanning en teerheid te belichten. Imposant ook hoe hij de spanning er die hele derde sonate in houdt.
Knap toont hij ook aan hoe de verschillende melodielijnen worden doorgesponnen zonder dat de spanning een moment verslapt. Zo suggereert de muziek meer dan wat we feitelijk horen.