Willaert: ‘Mente tota tibi supplicamus’; Missa Mente tota; Motetten ‘Laus tibi, sacra rubens’; ‘Creator omnium, Deus’; ‘O iubar, nostrae specimen’; ‘Verbum bonum et suave’; ‘Quid non ebrietas’; De Rore: motet ‘Concordes adhibete animos’. Cinquecento. Hyperion CDA 67749 (70’47”). 2009 

Het in Renaissancemuziek gespecialiseerde ensemble Cinquecento bestaat uit zes beroepszangers en zingt hier een mis en enige motetten van Willaert. Deze gebruikte een deel uit het vierstemmige motet ‘Tota menta’ van Josquin als basis voor een van de eerste van zijn tien missen. Die vorm van citeren met verwijzing in de titel werd destijds veel toegepast. Elk deel van de mis bevat een dubbelcanon en ook de motetten zijn vervuld van complex contrapunt.

De manier waarop dit alles was genoteerd vormde voor toenmalige vertolkers een puzzel om tot een goede verklanking te komen. Niet zo voor het zestal van Cinquecento dat met smetteloze stemmen in steeds wisselende kleine bezetting optreedt. Bijzonder welkom is het zesstemmige motet ‘Verbum bonum et suave’. Ook het raadselachtige ‘Quid non ebrietas’ en het geweldige, hoffelijke en beheerste ‘O iubar, nostrae specimen’ is erg de moeite waard.

Dat als laatste werk het motet ‘Concordes adhibete animos’ van Willaerts’ leerling Cyprien de Rore is gekozen, zorgt voor een passende afsluiting. De Rore schreef het elegische stuk als eerbetoon aan zijn meester na diens dood.

Voor een beter begrip van het  ook letterlijk nogal gesloten van Willaert is het nuttig om dit herhaaldelijk te beluisteren. Cinquecento is daarbij een betrouwbare gids die de componist in een welkom nieuw licht plaatst.

Opmerking terzijde: ook Andrew Kirkman van het Binchois consort (Hyperion CDA 67183) Verbum bonum nog onder de naam Josquin….