Weinberg: Orkestsuite 1950; Symfonie nr. 17 op. 137 Herinnering. Siberisch symfonie orkest o.l.v. Vladimir Lande. Naxos 8.573565 (64’49”). 2015
Interessant is hoe Vladimir Lande voor elke volgende bijdrage aan zijn lopende serie met orkestwerken van Weinberg weer een ander – meest Russisch – orkest ten tonele voert.
Interessant is ook dat het om twee heel verschillend geaarde werken gaat. De suite is een nogal populustisch werk uit 1950 dat verwantschap vertoont met identiek geaarde werken van Khatchatoerian en Shostakovitch Cheryomushki. De ‘romance’ is strelende muziek, en we horen aardige instrumentale soli in de ‘humoreske’; de ‘wals’ is zwierig, de ‘polka’ lichtelijk bombastisch en de afrondende ‘galop’ een beetje wild. Het is lichte muziek à la Russe.
De symfonie nr. 17 biedt een sterk contrast. Hij vormt het begin van de trilogie symfonieën nr. 17-19 met de ondertitel Op de drempel van de oorlog, waarvan Lande het tweetal andere al opnam. Nr, 18 op Naxos 8.573190 en nr.19 de ‘Stralende’ op Naxos op Naxos 8.572752.
Ruim dertig jaar scheiden beide werken en het onderlinge verschil is groot. Zo wordt in het desolaat klinkende adagio een door sneeuwstorm verblind landschap geschetst: kil, treurig, leeg in sterk in tegenspraak met de wat vrolijker snelle delen.
Het in Krasnoyarsk gevestigde Siberisch symfonie orkest en Lande pakken deze werken zelfverzekerd en met inhoudelijk gevoel aan, Deze uitgave van de symfonie in te prefereren boven die van Vladimir Fedoseyev met het Weens symfonie orkest (Neos 11126) die in 52’ alleen de symfonie opnam.