CD Recensies

WEINBERG: VIOOLSONATES NR. 1-6; SONATINI, KALINOVSKY EN GONCHAROVA

Weinberg: Vioolsonates nr. 1 op. 12, 2 op. 15, 3 op. 37, 4, op. 39, 5 op. 53, 6 op. 136b; Vioolsonatine op. 46. Grigory Kalinovsky en Tatiana Goncharova. Naxos 8.572320/21 (2 cd’s, 2u. 08’39”). 2010

 

In 2013 maakten Linus Roth en José Gallardo een eerder besproken opname van de complete werken voor viool en piano van Weinberg. Dat vergde drie cd’s (Challenge CC 72567). Maar voor wie genoegen neemt met de essentie van deze werken en minder behoefte heeft aan de Rapsodie over Moldavische thema’s en de drie losse stukken is goed af met de goedkopere Naxos aanbieding.

Het is aan de hand van deze sonates interessant om te ervaren hoe de componist geleidelijk tot een waar meesterschap opklom. Beide eerste sonates ontstonden ter weerszijden van zijn verhuizing van Tashkent naar Moskou en laten horen hoe de componist met enige hulp van Schubert en Prokofiev greep kreeg op de vorm. Nummer drie en vier vormen ook een hecht paar uit 1947, nu met invloed van Shostakovitch; nummer vier is wat extremer in zijn nu eens hectische, dan weer sombere aard. Zes jaar later ontstond nummer 5, met reden de beste van al. Het was het eerste werk dat hij na een gevangenschap van elf weken schreef en het is opgedragen aan Shostakovitch die bij Beria had aangedrongen op zijn vrijlating en Weinbergs echtgenote had aangeboden om als voogd voor haar dochter op te treden. Wanneer men dat weet, klinkt de sonate nog ontroerender.

Sonate nr. 6 tot slot is vooral interessant omdat daarin uitgebreid de symfonieën nr. 17 en 18 worden geciteerd. De Sonatine is een aardige toegift.

Grigory Kalinovsky en Tatiana Goncharova ontdekken wat meer pathos en toonkleuren in deze werken dan Roth en Gallardo en ze zijn niet zo droog opgenomen.