CD Recensies

WOLFE: ATHRACITE FIELDS

Wolfe: Anthracite fields. Bang on a can all stars en Trinity koor, New York o.l.v. Julian Wachner. Cantaloupe CA 21111 (59’36”). 2014

 

Begin juli 2017 vonden in Amsterdam in aanwezigheid van de componiste enige uitvoeringen plaats van Julia Wolfe’s Athracite Fields door de Cappella Amsterdam, de Utrechtse Studenten cantorij en de Bang on a Can Stars o.l.v. Daniel Reuss.

Dit is misschien aanleiding om het werk nog eens te horen of om er alsnog kennis mee te maken. Dat kan gelukkig aan de hand van deze opname.

Julia Wolfe (1958) werd in Philadelphia geboren, groeide op in de mijnstreek en gebruikte die kolenstreek als thema voor oratorium Anthracite fields uit 2014 waarmee ze de Pulitzer prijs voor muziek won. Antraciet is als zuiverste, bikkelharde kolensoort moeilijk te delven.

Ter voorbereiding bezocht ze zelf oude mijnwerkers, die niet zelden nog last hebben van claustrofobie, mijnen, musea. Ze citeert krantenberichten, raadpleegde lijsten met ongevallen, advertenties en politieke toespraken. Om daar vervolgens muzikale sociale geschiedenis van te maken.

Haar werk telt vijf delen, ‘Foundation’, ‘Breaker boys’, ‘Speech’, ‘Flowers’ en ‘Appliances’. ‘Foundation’ is duister en korrelig met erupties en mannenstemmen die de namen van gewonde mijnwerkers roepen. ‘Breaker boys’ heeft ook iets verontrustends want gaat over jongens die met blote handen uit het gruis nog bruikbaar materiaal sorteren. Gesproken uitingen staan in ‘Speech’ tegenover antwoorden van een ensemble. Met ‘Flowers’ verschijnt even wat weldadig licht en warmte in het verhaal van een minwerkers dochter over de tuin van haar ouders. In ‘Appliances’ gaat het over de toepassing van steenkool in de elektriciteitsvoorziening; dat deel brandt en knippert als een elektrische lamp en de zangers het hebben over ‘bak een cake, boor een gat, ga naar gymnastiek’.

De muziek die duidelijk rock invloeden in zich heeft, straalt zelfvertrouwen en steeds wisselende sferen. De uitvoerenden zijn in dit geval Ashley Bathgate (vc, stem), Robert Black (bs), Vicky Chow (piano, keyboard), David Cossin (slagw), Mark Stewart (git en stem) en Ken Thomson (kl).

Vicky Chow zorgt voor mooi pulserende pianoritmes die ook een verbindende functie hebben. Het slagwerk van David Cossin klinkt pittig en zorgt voor een grungy beat en de elektrische gitaar van Mark Stewart zorgt voor een haast industrieel geronk.

Al met al is van een heel geslaagd project sprake. Op termijn, als de nieuwigheid eraf is, kun je je misschien afvragen hoe bestendig het werk is en of het niet gauw gedateerd zal klinken nu we afstand nemen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Of dat het juist om belangrijke geschiedschrijving gaat die pas weer later van waarde blijkt te zijn.