Weber: Liederen voor zangstem en gitaar. Die Schäferstunde op. 13/1 J. 91; Wiegenlied op. 13/2 J. 96; Liebeszauber op. 13/3, J. 52; An den Mond op. 13/4, J. 72; Die Zeit op. 13/5, J. 97; Liebe-Glühen op. 25/1, J. 140; Über die Berge mit Ungestüm op. 25/2, J. 110; Laß mich schlummern, Herzlein, schweige op. 25/5, J. 112; Bettlerlied op. 25/4, J. 137; Umringt von mutherfüllten Heere op. 25/5, J. 113; Ah, dove siete op. 29/1, J. 108; Canzonetta ‘Ninfe se liete’ op. 29/2, J. 124; Ch’io mai vi possa op. 120/3, J. 120; Maienblümlein op. 23/3 J. 117; Ein Mädchen ging die Wies’ entlang op. 71/2, J. 243 (Bach, Echo und Kuß); Des Künstlers Abschied op. 71/6, J. 105; Leise weht es J. 223; Sagt, woher stammt Liebeslust J. 280; Serenade ‘Horch, leise horcht! Geliebte, horch!’ J. 195; Romance ‘Ein König eins gefangen saß J. 195; Rase, Sturmwind, blase J. 111. Patrizia Cigna (s), Paola Cigna (s), Lucia Paffi (s), Cristina Boaca (s), Dennis ChorHang Lau (t), Paolo Leonardi (b) en Adriano Sebastian (git). Brilliant Classics 95323 (59’45”). 2017
Het is de verdienste van Brilliant dat het vaak eerder verschenen en soms nieuwer verspreid cd materiaal samenbundelt en tegen een aantrekkelijke prijs aanbiedt. Zo was er wat Weber betreft al een box met zijn beide Symfonieën, de twee Pianoconcerten, het Konzertstück en een zeven Ouvertures uit medio jaren tachtig v.e (99935). Alles niet alleen voorzien van opusnummers (voor zover voorhanden), maar voor de zekerheid ook van Jähns nummering.
De in Lübeck geboren, in de verte met Mozart verwante componist was in zijn korte, veertigjarige leven heel productief.
Zelf speelde hij meer dan verdienstelijk gitaar en het is logisch dat hij liederen schreef die hij kon begeleiden. Het is een segment van zijn repertoire dat vrijwel is vergeten.
Wat we te horen krijgen is charmant, lichtelijk Biedermeier getint Hausmusik strofisch moois, meest van amoureuze inhoud, nu eens puur lyrisch, dan weer met een meer dramatische inslag dat in een vergelijking met de liederen van Beethoven goed standhoudt.
Opvallend is dat we veel onbekende liedteksten aantreffen en er behalve Duitstalige- ook Italiaanse titels bij zijn.
Sopraan Patrizia Cigna, die we kunnen kennen uit opera opnamen van werden van Bellini, Donizetti, Spontini, Galuppi, Paisiello, Fioravanti en Salieri neemt het leeuwendeel van de 21 gitaarliederen voor haar rekening, maar laat terwille van de afwisseling ook het nodige aan vijf andere zangers.
Het klinkend resultaat is een goed verzorgd, fraai expressief gezongen en gevoelvol begeleid recital van onbekend vroeg-romantisch moois.
Om andere liederen, gewoon met pianobegeleiding, zoals de 6 Lieder und Gesänge op. 66, bekommerden Dietrich Fischer-Dieskau en Hartmut Höll zich (Claves 50.9118) en in mindere mate ook Helga Spatzak en Till Alexander Körber (Ars Produktion FCD 368.351).