Weber: Silvana J. 87. Lea Marlen Woitak (spr., Silvana), Michaela Kaune (s., Mechtilde), Ines Krapp (s, Clärchen), Ferdinand von Bothmer (Graaf Rodolph), Jörg Schöner (tenor, Albert), Detlef Roth (b., Albert) e.a. met het koor van de Beierse omroep en het Omroeporkest München o.l.v. Ulf Schirmer. CPO 777.727-2 (2 cd’s, 2u. 22’34”).
Het was haast onvermijdelijk dat uit het achttiende eeuwse Singspiel met gesproken dialogen een Duitstalige opera zou ontstaan. Bij Mozart hebben we als beste voorbeelden Die Entführung en de Zauberflöte, bij Beethoven Fidelio en de toneelmuziek bij Egmont.
Ook Weber maakt van die vorm gebruik in zijn eerste opera Silvana uit 1810. Maar dat het uitgerekend de titelheldin is die geen woord zingt, is wel opvallend. Een paar decennia later herhaalde Auber dat in La muette de Portici.
De handeling van de opera heeft niet erg veel substantie. Graaf Rudolf wordt verliefd op de geheimzinnige Silvana die alleen met gebarentaal reageert. Rudolf moet weinig hebben van Mechtilde met wie hij verloofd is en Silvana is eigenlijk verliefd op Albert von Cleeburg. Wanneer Albert haar een aanzoek doet na een overwinning te hebben behaald op een toernooi, neemt Silvana’s vader, graaf Adelhart hem gevangen omdat hij de zoon is van zijn aartsvijand die lang geleden de andere dochter Ottilie ontvoerde.
Adeihart wil dat Mechtilde trouwt met Rudolf, dus moet Silvana uit de weg worden geruimd. En dan blijkt plotseling dat Silvana eigenlijk Ottilie is en een happy end volgt.
Het libretto van Webers vriend zit vrij slecht in elkaar met een vreemde verdeling van de aria’s, het jagerskoor is een stuk minder dan dat uit Der Freischütz en Adelbert is minder schurkachtig dan Lysiart uit Euryanthe.
Maar de orkestratie is mooi en de onuitgesproken gevoelens. Van Silvana worden mooi door een cello uitgedrukt.
Het niveau van de zangers valt wat tegen, maar koor en orkest zijn goed. Misschien is de onbekende opname van Gerhard Markson (Marco Polo 8.223844/5) beter, hoewel dat te betwijfelen is.