Wirén: Symfonieën nr. 2 op. 14 en 3 op. 290; Concert ouvertures nr. 1 op. 2 en 2 op. 16. Norrköping symfonie orkest o.l.v. Thomas Dausgaard. CPO 999.677-2 (65’38”). 1999
Wirén: Symfonieën nr. 4 op. 27 en 5 op. 38; Orkestsuite Oscars bal op. 24a. Norrköping symfonie orkest o.l.v. Thomas Dausgaard. CPO 999.563-2 (56’47”). 1997
De Zweedse componist Dag Wirén (1905-1986) die het bekendst erg mer zijn Serenade voor strijkorkest bv. samen met de Symfonie nr. 3, het Divertimento en de Sinfonietta op een cd van Rumon Gamba (Chandos CHSA 5194) behoorde tot de toegankelijkste en natuurlijke componisten van zijn generatie, die de reputatie heeft dat hij als symfonicus de lange adem miste op een echt groot schrijver van voldragen werken in dit genre te zijn. Misschien had hij ook zelf twijfels over zijn capaciteiten op dit gebied, want hij hield zijn tijdens zijn studie in Parijs van 1927-1931 geschreven Symfonie nr. 1 achter omdat hij die ‘te experimenteel’ vond.
Hij had wel uitgesproken gedachten over muziek: ‘Ik geloof in Bach, Mozart, Nielsen en absolute muziek’.
Symfonie nr. 2 is uit 1939, nr. 3 uit 1944, nr. 4 uit 1952 en nr. 5 uit 1964.
Luisterend naar Thomas Dausgaard blijken de vier beschikbare symfonieën weliswaar weinig vernieuwends te bieden te hebben, maar zeker niet ongeïnspireerd te zijn en zelfs fris en innemen bij het beluisteren. Ze worden door dirigent en orkest geconcentreerd en duidelijk uitgewerkt en blijken zo aangenaam verrassend te zijn met hun vitale motieven en krachtige ostinato figuren.
Uit het ballet Der Oskar-Ball uit 1949 naar Gustav Fröding’s Balen Is een aardig klassiek opgebouwde Suite opgenomen. En de beide Concert ouvertures dateren uit 1932 en 1939. Samen mrt de Symfonieën geven ze aan goed beeld van de componist.