Weber: Pianosonates nr. 1 Perpetuum mobile in C op. 24 J. 138, 2 in As op. 39, J. 199, 3 in d op. 49, J. 206, 4 in e op. 70, J. 287; Variaties in F op. 9 nr. 1-7, J. 55; Variaties over ‘Vien quà, Dorina bella’ op. 7 nr. 1-7, J. 53; Grande polonaise in Es op. 21; Aufforderung zum Tanz op. 65, J. 260; Favoritenwalzer der Kaiserin von Frankreich Marie Louise nr. 1-6; Max-Walzer in Es J. Anh. 1. Michael Endres. Oehme OC 357 (2 cd’s, 2u. 31’11”). 2004
Weber: Pianosonate nr. 3 in d op. 49, J. 206; Variaties op. 5 nr. 1-8, J. 40 sur l’air de ballet de Castor et Pollux; Variaties op. 7 nr. 1-7, J. 53 over ‘Vien quà, Dorina bella’; Variaties in F op. 9 nr. 1-7, J. 55; Momento capriccioso op. 12, J. 56. Alexander Paley. Naxos 8.550990 (70’25”). 1994
De vele pianowerken van Weber, die ooit veelvuldig door bekende pianisten werden gespeeld, zijn wat in het slop geraakt. Zelfs het bekende Aufforderung zum Tanz hoort men nog sporadisch in de oorspronkelijke pianovorm uit 1819 in in de vorm voor piano en orkest uit 1841 ook maar weinig meer.
Omdat hij zoveel als pianist als componist over voortreffelijke eigenschappen beschikte, is dat nogal vreemd, al had hij natuurlijk geduchte concurrenten aan Chopin en Liszt, die twee andere componist/pianisten uit zijn tijd. De verwaarlozing van Webers pianorepertoire is zeker ook te wijten aan hun moeilijkheidsgraad. Hij beschikte zelf over enorme handen en wilde die met hun maximaal gespreide vinders ook graag benutten in gulle akkoorden die voor velen niet eenvoudig uitvoerbaar zijn
Maar zowel Michael Endres als Alexander Paley zijn hierdoor niet afgeschrikt en vertolker in elkaar deels overlappende opnamen idiomatisch, zorgzaam en vindingrijk sonates, variatiewerken en kortere stukken.
Ze kunnen evenwel niet helemaal het gevoel uitbannen dat Weber wat al te makkelijk de voorgegeven harmonische en melodische formules van de achttiende eeuwse galante muziek benutte en deze sierlijk aankleedde in negentiende eeuwse salon virtuositeit.
In vergelijking met Chopins en Liszts meesterwerken is Weber nogal een lichtgewicht.
Men hoeft maar even naar het begin van de Pianosonate nr. 3, die Endres en Paly beiden spelen om te ervaren wat voor vlees men in de kuip heeft. Elders, zoals in de finale le van Pianosonate nr. 1 heeft veel van Mendelssohns luchtigheid.
Aufforderung zus Tanz kan een claim leggen op muziek die innemende salonmuziek te boven gaat. De Pianosonates nr. 1-4 zijn er ook met Michelangelo Carbonara uit 2015 (Piano Classics PCL 0105) en Jan Vermeulen op fortepiano (Brilliant Classics 92441).
Wie o wie waagt zich aan andere onbekende pianowerken van Weber, zoals de Variaties op een oorspronkelijk thema nr. 1-6 op. 2, J. 7; Allemandes op. 4 nr. 1-12 J. 15/26; Ecossaises nr. 1-6 J. 29/34; Variaties over de romance À Peine au sortie’ nr. 1-7 op. 28, J. 141; Variaties over een Russisch lied ‘Mooie Minka’ op. 40 nr. 1-9, J. 179; Variaties over een zigeunerlied nr. 1-7 op. 55, J. 219; Rondo brillante ‘La gaine op. 62, J. 252; Marcia funebre in c op. 60/7, J. 266; Polacca brillante ‘L’hilarité´op. 72, J. 268?
En dan zijn er nog wat verloren gegane pianowerken: 3 sonates, enige Variatiewerken uit 1799, Études………