Wolf: ‘Prometheus’, ‘Anakreons Grab’, ‘Harfenspieler 1, 2, 3’ uit Goethe-Lieder; ‘Und willst du deinen Liebsten sterben sehen’, ’Sterb’ ich, so hüllt in Blumen meine Glieder’ uit Italienisches Liederbuch; ‘Denk’ es, o Seele’, ‘Gebet’, ‘Fußreise’, ‘Gesang Weylas’, ‘Seufzer’ uit Mörike Lieder; ‘Der Freund’ uit Echendorff-Lieder; ‘Herz verzage nicht geschwind’ uit Spanisches Liederbuch; ‘Wohl denk ich oft an mein vergangenes Leben’, ‘Alles endet was entsteht’, ‘Fühlt meine Seele das ersehnte Licht’ uit Michelangelo-Lieder; Reger: ‘Der Einsiedler’ op. 144a, ‘Hymnus der Liebe’ op. 136, ‘Requiem’ op.144 b; ‘An die Hoffnung’ op. 124. Dietrich Fischer-Dieskau (b) met resp. het Münchens omroeporkest o.l.v. Stefan Soltesz en het Monteverdi- en St. Michaeliskoor Hamburg en het Hamburgs filharmonisch Staatsorkest o.l.v. Gerd Albrecht. Orfeo MP 1902 (2 cd’s, 1u., 49’49”). 1989/90
Tot op hoge leeftijd bleef Dietrich Fischer-Dieskau zich inzetten voor het rijke, zo’n driehonderd liederen omvattende vocale repertoire van Hugo Wolf (1860 - 1903). Maar met ze in georkestreerde vorm is een uitzondering. Wolf zelf orkestreerde er 24, Reger 4 en andere componisten zoals Brahms nog eens 29.
In deze vorm wordt het langste lied, Prometheus, bijna een operascène. De zanger blinkt verder met een mooie karaktertekening vooral uit in ‘Herz, verzage nicht geschwind’ en ‘Der Freund’. Een zekere teerheid kenmerkt de drie Harfenspieler liederen en het gebed-achtige ‘Gesang Weylas’ en ‘Gebet’ met een mooie vioolsolo. ‘Denk ‘es’ en ‘Fußreise’ vormen daarmee een mooi contrast. De Michelangelo liederen krijgen een wat lichtere toets, maar in ‘Fühlt meine Seele’ slaat de wanhoop toe. Dit materiaal is ook afzonderlijk verkrijgbaar op Orfeo C 219-911A.
Reger, toch al niet een van de geliefdste componisten, stond vroeger ook niet in erg hoog aanzien van de zanger. Maar nu blijkt dat we de componist in deze op hogere leeftijd via deze orkestliederen kunnen leren kennen als een met de tekstexpressie zeer begane toondichter, kantelt dat beeld rond de eeuwwisseling enigszins. Reger heeft zich intensief met Wolf beziggehouden en noemde hem een ‘verkanntes Genie’, zoals Susanna Popp dat in haar Reger biografie omschrijft. In tegenstelling tot Wolf orkestreerde Reger zelf al zijn liederen en in Wolfs Sterb‘ ich, so hüllt in Blumen meine Glieder’ ontmoeten beide componisten elkaar, want dat werd door Reger georkestreerd. Fijn dat dit materiaal nu meteen zo goed op hoog niveau met passie en steeds de juiste emoties is gedocumenteerd. Ook dit materiaal is separaat voorhanden op Orfeo C 209 901 A.
Deze uitgave is ook om een andere reden belangrijk: het zou wel eens de laatste van F.D. kunnen zijn.