Wilms: Fluitsonates nr. 1 in A op. 15/1, 2 in F op. 15/2 en 3 in C op. 15/3. Helen Dabringhaus en Sebastian Berakdar. MDG MDG 903-2149-6 (60’19”). 2019
De in de buurt van Keulen geboren Johann Wilhelm Wilms (1772 - 1847) speelde sinds 1791 eenmaal in Nederland beland in tijd van Beethoven en de Franse revolutie een belangrijke rol hier, al was het maar omdat hij in 1816 de muziek schreef bij Tollens’ gedicht Wien Neerlands bloed schreef, dat 1817 tot 1932 het Nederlandse volkslied was.
Zelf was hij een begaafde violist en fluitist die goed wist wat aan virtuositeit en expressie uit fluitsonates te halen valt. Bekend was al zijn Fluitsonate in D op. 33 uit 1813 waarvan een opname bestaat van Francesca Pagnini en Paolo Bidoli in een verzamelprogramma (Dynamic S 2024).
In 1807 schreef de Allgemeine Musik Zeitung over hem: ‘Dieser noch junge Komponist, voll Leben, Feuer und Anmuth, wird seinen Ruf, wenn er wie seit einigen Jahren fortarbeitet, bald überall verbreitet haben’.
Dat heeft hij kennelijk gedaan en dat blijkt goed uit de cd première van een zestal sonates uit 1810. Werken die heel aangenaam de oren treffen want het idioom staat niet af van dat van Danzi, Schubert en Weber. Typisch muziek uit de interessante overgangstijd tussen klassiek en romantiek. Formeel zijn de werken nog duidelijk aan de achttiende eeuw verplicht, in hun uitdrukking aan het begin van de negentiende. Dat blijkt ook uit de vrij concertant ingezette piano.
Fluitiste Helen Dabinghaus die al een mooie cd maakte met werken van Frühling, Bartók, Schubert, Hosokawa, Jolivet en Karg-Elert onder de titel Rendezvous (MDG MDG 903-2043-6) laat, harmonisch begeleid en krachtig ondersteund, heel duidelijk horen hoeveel waarde en inhoud deze sonates hebben. Daarom: een nuttige première ter aanvulling van wat we egoïstisch best Nederlands repertoire mogen noemen.