CD Recensies

WEINER: ROMANZE; DIVERTIMENTI E.A.

Weiner: Romanze voor cello, harp en strijkorkest op. 29; Divertimenti nr. 1 op. 20 over Oud Hongaarse volksdansen en 2 op. 24 over Hongaarse volksmelodieën; Pastorale, fantasie en fuga op. 23. Ditta Rohmann (vc) en Melinda Felletár (hrp) met het Boedapest symfonie orkest MÁV o.l.v. Valéria Csányi. Naxos 8.574125 (66’06”). 2019
 
Naxos heeft de taak op zich genomen om alle orkestwerken van Bartóks en Kodály’s tijdgenoot Leó Weiner (1885 - 1960) op te nemen. Dit is de derde aflevering na Naxos 8.573491 en 8.573847.
Weiner was vooral actief als pedagoog in Boedapest en schreef muziek van romantischer aard die vaak op folkloristische fundamenten rust. Maar daar kwam hij pas op wat hogere leeftijd toe, zoals uit beide Divertimenti voor strijkorkest blijkt; de ene op basis van volksdansen, de andere op kinderrijmpjes. Ze zijn uit respectievelijk 1934 en 1938. Om ervaring op te doen bezocht de componist 
De bekoorlijke Romanze voor cello, harp was oorspronkelijk voor cello en piano en werd als zodanig opgenomen door János Starker. De toevoeging van harp en strijkorkest maakt het stuk nog aantrekkelijker. Ditta Rohmann speelt de cellopartij bijzonder mooi en de harp van Melinda Felletár vult haar heel goed en heel sprankelend aan.
Weiner besteedde veel tijd in het Etnografisch Instituut in Boedapest om te luisteren naar oude fonografische cylinderrollen met de oorspronkelijke volksmuziek om zich voor zijn Divertimenti le laten inspireren. Het leidde tot twee aantrekkelijke, vrij compacte s tukken. De strijkers van het orkest verlenen ze een mooie glans, maar ze klinken haast te verfijnd en niet echt aardgebonden. Maar laten wel horen dat Weiner goed kan orkestreren.
Haast het meeste valt te genieten van de Pastorale, fantasie en fuga waarin ook iets van volksmuziek niet ontbreekt, maar weinig expliciet is.
Al deze muziek profiteert van de vlotte en sympathieke manier waarop deze door Valéria Csányi wordt gepresenteerd.