Walton: Pianokwartet; Toccata voor viool en piano; Stukken voor viool en piano nr. 1 en 2; Vioolsonate. Mathew Jones (v), Sarah-Jane Bradley (va), Tim Lowe (vc), Annabel Thwaite (p). Naxos 8.573892 (75’03”). 2019
Engeland heeft een grote traditie aan ‘pastorale’ muziek en vanaf het eerste volksmuziekthema van het contrastrijke pianokwartet uit 1921 van de tiener Walton is dat speurbaar. Er wordt beweerd dat het kostelijke langzame deel tot stand kwam tijdens een hittegolf. Het scherzo is vol fugatische energie en de finale met sporen van Ravel en Prokofiev brengt de luisteraar terug in de stad.
Haast onontkoombaar is de Toccata (1923) voor viool en piano een hoekig, abstract stuk dat in zijn verloop wat milder gaat klinken. In de beide Stukken voor viool en piano - Canzonetta en Scherzetto uit 1950 - doet Bartók even een stapje opzij om plaats te maken voor een charmant en speels Middeleeuws stel motieven.
Heel typerend voor Walton is de voor Menuhin geschreven Vioolsonate uit 1949. De vorm is ongewoon met een intens en vurig eerste deel, een tweede deel met een treurig thema, zeven meestal lyrische variaties en een abrupt coda. Een aangenaam klinkend werk waarvoor Christopher Palmer ooit heeft overwogen om het te orkestreren.
Over de uitvoeringen niets dan goeds. Vooral altvioliste Sarah-Jane Bradley en pianiste Annabel Thwaite onderscheiden zich heel positief.