Wagner-Régeny: Genesis. Oratorium Genesis; Orchestermusik mit Klavier; Mythologische Figurinen nr. 1-3; Französische Klavierstücke nr. 1-5. Steffen Schleiermacher ℗ en Michaela Selinger (a) met het Omroep-symfonie orkest Berlijn en koor o.l.v. Johannes Kalitzke. Capriccio C 5413 (60’22”). 2020
De DDR ontstond in 1949 en Rudolf Wagner-Régeny (1903 - 1969) had na zijn opleiding in Leipzig de pech dat hij in Oost-Berlijn leefde waardoor hij als componist het nadeel had dat zijn latere werken aan de communistische normen moesten voldoen.
Daarvoor is zijn korte, nog geen half uur durende Oratorium, cum Cantate Genesis uit 1956 niet bespaard, maar het regiem, dat rekening moest houden met het Protestante deel van de bevolking, zag dat door de vingers omdat de tekst niet zwaarbeladen religieus is.
Het gaat om een mooi, transparant werk waarin een voor een de dagen van de Schepping in lyrische frasen voorbijkomen, echt heel mooi gezongen door Michaela Selinger. De muziek krijgt geleidelijk vaart en bereikt na de schepping van de vissen en de vogels zijn hoogtepunt wanneer de mens ontstaat. Plezierige, maar verder niet te diepgravende muziek.
Inn de drie overige werken tonen verschillende stijlen. De Orchestermusik mit Klavier is gewoon niets anders dan een Pianoconcert met een Stravinsky-achtig ritmisch geprofileerd eerste deel, een romantisch tweede en een finale waarin de optimistische sfeer van het begin terugkeert.
De drie Mythologische Figurinen - de Griekse goden Ceres, Amphitrite en Diana - krijgen een seriële behandeling ma ar maken een weinig herkenbare indruk. De vijf Französische Klavierstücke uit 1951; de eerste drie zouden herinneringen moet oproepen aan bekende parfums, de laatste twee zijn hommages aan de Franse keuken. De nodige fantasie is gevraagd om deze Pastiches dodécaphoniques te verwerken.
De goede uitvoeringen zullen daarbij helpen.