CD Recensies

WEBER/MAHLER: DREI PINTOS, DIE

Weber/Mahler: Die drei Pintos. Franz Grundheber (bs., Don Pantaleone), Heinz Kruse (t, major-domo), Lucia Popp (s., Clarissa), Kari Loväas (ms., Laura), Werner Hollweg (t., Donn Gaston), Hermann Prey (b., Ambrosio), Kurt Moll (bs., Don Pinto de Fonseca) met het Nederlandse vocal ensemble en het Münchens filharmonisch orkest o.l.v. Gary Bertini. RCA 74321-032246-2 (2 cd’s, 1u., 56’09”). 1976
 
Nadat hij in de zomer van 1820 zijn opera Der Freischütz klaar had, besloot Weber om als volgende werk een komische opera te gaan schrijven. Dat werd Die drei Pinto’s op een libretto van van Theodor Hell. Gedurende 1821 werkt aan het stuk, maar twijfels of hij het al dan niet zou opdragen aan de koning deden hem aarzelen. Zijn plan was om de opera te laten bestaan uit een ouverture en zestien nummers. Maar hij stopte om er verder aan te werken. Webers weduwe gaf die schetsen aan Meyerbeer, maar die deed daar niets mee. Het was de toen 26-jarige Mahler die nog geen van zijn werken had laten publiceren die in 1886 de taak al snog op zich nam.
Hij vond dat de schetsen niet alleen moesten worden georkestreerd, maar ook anders moesten worden gerangschikt en geharmoniseerd. Hij vulde het materiaal aan met fragmenten uit andere composities van Weber.
Het nogal onnozele verhaal gaat over de tweemalige verwisseling van Don Pinto op weg naar Sevilla om te trouwen met Clarissa die verliefd is op Gomez. Haast nodeloos om te zeggen: de tweede verwisseling maakt Gomez tot de derde Pinto en hij trouwt met Clarissa. Wanneer tenslotte de echte Pinto opduikt, maakt dat de vader van Clarissa woedend, maar een happy end is onontkoombaar. 
Deze oudere opname is in alle opzichten geslaagd en een stuk beter dan de latere van Paolo Arrivabeni op Naxos uit 2003.