Wordsworth: Celloconcert op. 73; Symfonie nr. 5 in a op. 68. Florian Arnicane (vc) met het Liepāja symfonie orkest o.l.v. John Gibbons. Toccata TOCC 0600 (65’59”). 2021
De muziek van de in Londen geboren William Wordsworth (1908 - 1988), de achter-achterkleinzoon van de broer Christopher van de beroemde dichter William Wordsworth (1770 - 1850), heeft iets van Vaughan Williams en Sibelius, lijkt spontaan aan zijn geest te zijn ontsprongen tijdens een logisch, natuurlijk proces met een zeker gevoel van grandeur. Misschien als een gevolg van zijn verhuizing naar de Schotse hooglanden in 1961.
Zijn Celloconcert is uit 1962 en de Symfonie nr. 5 (van de in totaal acht) uit 1960. De Symfonie kostte hem drie jaar tijd. De orkestratie is aan de bescheiden kant, maar er is relatief veel slagwerk. Het werk heeft drie delen, te beginnen met een wat naargeestig, maar wel mooi ‘andante maestoso’, gevolgd door een onrustbarend ‘scherzo’ en een ‘agressieve’ finale.
Het Celloconcert heeft eveneens drie delen (‘allegretto’, ’nocturne, lento’, en ‘allegro vivace’) en hoewel het met 6’54” het kortst is, laat het langzame deel de diepste indruk na. Het werk heeft symfonische proporties, klinkt soms vrij ruig en dan weer sober lyrisch in een stijl die ditmaal iets van Bloch en Shostakovitch heeft.
John Gibbons heeft meer werken van Wordsworth opgenomen, maar ging daar voor deze gelegenheid opnieuw voor naar Letland om er het orkest uit Liepāja voor te gebruiken. Hij nam de Zwitserse cellist Florian Arnicane mee om de solopartij in het Celloconcert te spelen.
John Gibbons zorgt voor heel idiomatische vertolkingen waarin subtiliteiten en details ook de nodige aandacht krijgen. Florian Arnicane peelt zijn solopartij met veel finesse en aandacht voor de emotionele inhoud.