Westhoff: Sonates voor viool en b.c. nr. 1 in a, 2 in a, 3 in d, 4 in d,5 in g en 6 in g. David Plantier (v) met Les plaisirs de Parnasse. Zig-Zag territoires ZZT 050201 (69’13”) 2004, heruitgegeven als Alpha ALPHA 621 (68’54”).
De Duitse componist en violist Johann Paul von Westhoff (1656 - 1705) is wel genoemd als ‘influencer’ van Bach maar publiceerde in 1694 dit zestal eigen Sonates voor viool en b.c.
Erg veel weten we niet van Westhoff. Hij werd in het cultuurcentrum Dresden geboren en de Italiaanse vioolcomponist Carlo Farina, wiens muziek in Dresden werd gepubliceerd, had grote invloed op hem. Westhoff was niet alleen actief als musicus, hij was ook diplomaat en doceerde moderne talen op de universiteit van Wittenberg. Die taak bracht met zich mee dat hij vaak op reis moest in Europa. Tijdens een van die reizen trad hij in 1682 in Versailles op voor Lodewijk XIV. Die was zo ingenomen met zijn spel dat hij veel moest herhalen.
In dit zestal Sonates kon hij zijn grote virtuositeit aantonen. Zijn stijl heeft iets van de Italiaanse school, maar is in polyfonisch opzicht heel Duits net als bij Biber en Walher. Maar die stijl is ook onconventioneel en persoonlijk. Hij maakt bijvoorbeeld nooit gebruik van scordatua.
Een opmerkelijke kant van deze weken is dat ze veel plotselinge tempowisselingen vertonen, zoals in de begindelen van de Sonates nr. 3 en 4. De basso continuo speelt niet alleen ter ondersteuning van de viool, maar ook een eigen zelfstandige dialoogrol, zoals in het eerste deel van de Sonates nr. 4 en 6.
Violist David Plantier en de continuospelers Maya Amrein (vc), Shiruko Noiri (aartsluit) en Andrea Marchiol (kl) doen wat ze kunnen (en dat is technisch en expressief veel) om Westhoff zijn eigen gezicht te geven. Deze opnieuw in omloop gebrachte uitgave is belangrijk.