CD Recensies

WEINBERG: CELLOCONCERTINO, FANTASIE E.A.

Weinberg: Celloconcertino op. 43bis; Fantasie voor cello en orkest op. 52, Kamersymfonie nr. 4 op. 153. Pieter Wispelwey met Les Métamorphoses o.l.v. Raphael Feye.  Evil Penguin EPRC 0045 (65’43”). 2021
 
De muziek van Weinberg krijgt gelukkig steeds meer aandacht. In de afgelopen jaren zijn bovendien steeds meer composities van hem ontdekt of teruggevonden. Daartoe behoort het Celloconcertino, waarvan de partituur zich bevond in de nalatenschap van de Russische musicoloog Manashir Yakubov.  
Het blijkt dat dit werk in het korte tijdsbestek van vier dagen in 1948 – een duistere tijd in de Sovjet Unie – ontstond. Het wek begint met een langzame soloklaagzang. In het tweede deel wordt de stemming vrolijker in dansvorm met Joodse ‘terkis’ melodieën. Daarna volgt een energiek deel en in de finale keert het beginthema terug om nader te worden onderzocht en bevat een spannende cadens.
De ‘Fantasie voor cello en orkest’ ontstond enige jaren later en is onderverdeeld in snellere en langzamere gedeelten met eigen melodiek en een karakter dat vooral charmant is en een paar mooie cadenen bevat. Dankbare muziek voor de solist.
De Kamersymfonie nr. 4 voor strijkorkest met klarinetobligato en een klein triangelstemmetje (vier tonen) is het laatste werk dat Weinberg voltooide. Het wek begint met een koraalachtige passage die hij vaker heeft gebruikt als een soort Leitmotiv. Daarna zet de klarinet in met een klezmerrachtige melodie die is ontleend aan de Symfonie nr. 17. Het tweede deel is weer heel energiek. Daarna vlgt een reeks monologen voor klarinet waarin later ook de contrabas een rol speelt. Een laatste tik op de triangel beëindigt het werk.
Weinbergs vriend Grigori Frid zei hierover: “Bij Weinbeg is mineur vrolijk en majeur treurig’. Pieter Wispelwey en het ensemble Les Métamorphoses onder Raphael Feye doen deze muziek in alle opzichten recht en leveren zo een nuttige bijdrage aan de Weinberg discografie.