Wagner: Parsifal. Jess Thomas (t), George London (bs), Hans Hotter (bs), Irene Dalis (ms), Gustav Neidlinger (bs), Martti Talvela (bs), Niels Möller (t), Ursula Boese (a), Gerhard Stolze (t), Georg Paskuda (t), Gundula Janowitz (s), Anja Silja (s) e.a, met het Ensemble van het Bayreuth festival o.l.v. Hans Knappertsbusch. Philips 416.390-2, 475.7785 (4 cd’s, 4u. 10’12”). 1962

Eigenlijk nergens anders dan op Bayreuths Grüne Hügel komt Wagners nog altijd wat raadselachtige Paasopera met vergelijkbare geldigheid zo tot stand als daar, waar het trouwens op bevel van de dichter/componist ook maar alleen mocht worden opgevoerd.

Tot nu toe was er eigenlijk ook niemand zo competent om het werk in al zijn geledingen zo grondig gestalte te geven als Knappertsbusch en dat in een houding van uiterste rust, zich manifesterend in enigszins langzame tempi, maar wel vol innerlijke spanning.

Bij de zangers herinneren vooral George London (een Amfortas met een beangstigend gevoel van machteloosheid en vrees) en Hans Hotter (een Gurnemanz vol juiste inzichten) aan de hoogtijdagen van de grootste Wagnerzangers, waarbij de prestaties van Jess Thomas (een snel in zijn rol groeiende Parsifal) en Irene Dalis (Kundry die sensueler had gekund) echter geenszins verbleken – ze maken diepe indruk

Wilhelm Pitz tekende nog voor de perfect ingestudeerde koren.

Er is een latere, ook geweldige Knappertsbusch opname uit 1964 met een iets gewijzigde bezetting die ook dit niveau haalt op Orfeo C 690074 L.

Het legertje hoesters in de zaal meldt zich helaas wel goed merkbaar.

Andere dirigenten die in de buurt komen, zijn Thielemann met Domingo (!), Struckmann, Meier, Selig (DG 477.6006), Barenboim (Teldec 9031-74448-2) en Karajan (DG 413.347-2