Wagner: Siefried Idyll; Ouverture Tannhäuser; Voorspel en ‘Liebestod’ uit Tristan und Isolde. Jessye Norman (s) met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 423.613-2 (54’09”). 1987
Wagner: Siefried Idyll; Wagner/De Vlieger: Der Ring, een orkestraal avontuur in 14 delen. Schots nationaal orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHSA 5060 (75’35”). 2007
Op eerste kerstdag 1870 werd Wagners vrouw Cosima in Tribschen, het idyllische landhuis aan de oever van het Vierwoudstedenmeer (dat nog steeds een bezoek waard is), wakker op de klanken van de Siegried Idyll, speciaal voor haar verjaardag geschreven. Eigenlijk was ze een dag eerder jarig, maar de Wagners vierden het altijd op eerste kerstdag. Het stuk voor een on-Wagneriaans kleine bezetting werd op de trap gespeeld zodat de muziek de kamer kon inwaaien.
Toe het werk was verklonken ging Wagner met zijn vijf kinderen de slaapkamer in en overhandigde hij de partituur van zijn verjaarscadeau aan Cosima. Vreugde en ontroering alom. Vreugde vooral omdat het werk het nieuwe huiselijke geluk van de Wagners bezegelde.
Maar de Idyll was meer: hij diende ter viering van zowel de geboorte van zoon Siegfried op 6 juni 1896 als de voltooiing van de derde akte van de opera Siegried, ook een jaar eerder.
Ondanks het intieme karakter van het werk was de Siegfried Idyll niet bedoeld voor de kleine omvang van de eerste kamermuziek uitvoering (dertien of vijftien musici), maar voor een volwaardig symfonie orkest.
Met alle zorg voor welluidendheid en een geserreerde sereniteit weet Karajan de op slaapliedjes gebaseerde passages mooi te treffen. De strijkers zingen, het koper gloeit. Zijn aanvullende Salzburgse programma staat ook op heel hoog niveau.
Järvi sr. bereikt een bijna zo goed resultaat in een lieflijke uitvoering en zijn cd moet heel aantrekkelijk zijn voor muziekliefhebbers die een hekel aan opera in het algemeen en Wagners tetralogie in het bijzonder hebben. Want het arrangement van De Vlieger is als symfonische synthese inderdaad een “orkestraal avontuur” in de vorm van een soort gigantische vierdelige symfonie.
Das Rheingold levert de expositie met ‘Einzug der Götter in Walhall’, Die Walküre vormt het langzame deel met ‘Waldweben’ en Siegfried is vertegenwoordigd met ‘Siegfried’s Heldentat’, ‘Brünhildes Erwachen’ en de als finale Götterdämmerung uiteraard met ‘Siegfrieds Rheinfahrt’, ‘Siegfrieds Tod’, ‘Trauermusik’ en vanzelfsprekend ‘Brünnhildes Opfertat’.
Eerder al was dat arrangement uit Der Ring van De Vlieger al door het eigen Radio filharmonisch orkest waarvan hij paukenist is onder Edo de Waart opgenomen (RCA 74321-44784-2, Fidelio 9201), maar de Chandos opname klinkt beter. Ook Lorin Maazel waagde zich met het Berlijns filharmonisch orkest op een spectaculair klinkende Telarc cd (CD 80154) aan een 20-delige Ring zonder woorden.