CD Recensies

WALTON: FAÇADE

Walton: Façade; Lambert: Salome suite. Eleanor Bron, Richard Stllgoe (recitanten) en het Nash ensemble o.l.v. David Lloyd-Jones. Hyperion CDA 67239 (61’07”). 2000

 

Façade werd in 1923 voor het eerst in de Londense Aeolian Hall door zestal instrumentalisten plus Edith Sitwell die 21 van haar gedichten voordroeg. Dat gebeurde op het toneel achter een versierd gordijn. Bijna een eeuw later lijkt haar surrealistische exotische dichtkunst nogal kitscherig bloemrijk, maar in elk geval wel typisch Engels. Waltons muziek past precies bij die sfeer van grillige nostalgie met een licht parodistische mengeling waarin jazz, music hall en zelfs volksmuziek een rol spelen.

Natuurlijk worden we aan Schönbergs Pierrot lunaire herinnerd omdat de spreker precies de ritmische notatie van de muziek moet volgen. Maar in stilistisch opzicht staat het werk dichter bij Jean Cocteau’s ‘vermaak’ met zijn muziekvrienden van Les six.

In een later stadium werd Façade gecombineerd met Noel Coward’s revue schets The Swiss family Whittlebot als een parodie op een parodie.

In 1951 kreeg het werk definitief gestalte en als Façade 2 werden er in 1979 nog acht gedichten aan toegevoegd.

Het authentiekst is natuurlijk de (mono)opname uit 1953 waaraan Sitwell en Pears onder leiding van Anthony Collins meewerkten (Decca 425.661-2), maar voor een vollediger, moderner beeld kunnen we beter bij Bron, Stilgoe en het Nash ensemble terecht die het werk met grotere precisie en finesse uitvoeren. Mooi dat vooral Stilgoe’s inbreng zo met een uitgestreken gezicht overkomt.