Weill: Die sieben Todsünden; Kleine Dreigroschenmusik. Julia Migenes, (s), Robert Tear (t), Stuart Kale (t), Alan Opie (b), Roderick Kennedy (bs) met het Londens symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. Sony MK 44529 (55’15”). 1988
Wanneer het werk goed op het toneel wordt gebracht, is Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny met zijn slavenhandelaars, zijn bordeel en een executie op de elektrische stoel als climax nog een werk dat kan choqueren.
Maar Die sieben Todsünden is zo mogelijk nog pittiger stof. Hier gebruikt Weill het volle arsenaal van gekruide dubbelzinnigheden, een uitgekiende orkestratie en geestige dansritmen.
Dat alles ten dienste van een moordende aanval op de kapitalistische moraal. Anna behoort tot de meest tragische figuren in de twintigste eeuwse muziek: een vrouw die in twee persoonlijkheden, twee ‘zusters’ Anna 1 en 2 is gesplitst: een zangeres en een danseres waarbij de eerste commentaar levert op de ruïne die de andere van het leven maakt. Ze moet geld verdienen zodat haar ouders een huis kunnen bouwen in Mississippi. Dat terwijl de rest van het familiekwartet – waarin de bas de moederrol speelt – toekijkt en vermanende zedenpreken afsteekt. Elk tafereel speelt zich in een andere stad af waar Anna tracht de zeven dodelijke zonden te weerstaan.
Hoewel dit werk best genietbaar is per cd, gaat het in feiten om een werk dat men op het toneel moet zien als ballet-chanté.
Tilsom Thomas leidde een van de betere uitvoeringen van het werk.
Ook erg de moeite waard is de opname met Brigitte Fasssbänder, Ksarl-Heinz Brandt, Hidenori Komatsu, Hans Sojer e.a. o.l.v. Cord Garben (Harmonia Mundi HMC 90.1420).