Wolf: Goethe liederen (18). Dietrich Fischer-Dieskaa en Sviatoslav Richter. Orfeo C 5430018 (64’05”). 1977
Van een deel van de Goethe liederen van Wolf is een aantal gedichten gekozen uit de Westöstlicher Divan (die we bij geen andere liedcomponist terugvinden). Maar door verder te kiezen voor materiaal uit Wilhelm Meisters Lehrjahre zoals
De beide ‘Harfenspielers’ en ‘Mignon’ en te eindigen met ‘Ganymed’, ‘Prometheus’ en ‘Grenzen der Menschheit’ ging de componist een ware uitdaging aan omdat hij soms de vergelijking met eerdere toonzettingen moest aangaan. Los daarvan treffen we juweeltjes aan als ‘Blumengruß’ en ‘Anakreons Grab’ die zich ideaal leenden voor Wolfs sarcastisch getinte gevoel voor humor.
Tijdens het Salzburg Festival 1977 waagden Fischer-Dieskau en Richter het om voor een volle grote zaal van het Festspielhaus in plaats van in een intiemere kleine zal een programma met 18 van deze Goetheliederen voor te zetten. Uit de opname blijkt die grote publieksaanwezigheid gelukkig niet en beide interpreten trokken zich van dat grote aantal luisteraars ook niets aan.
We horen achtereenvolgens: ‘Harfenspieler 1 en 2’, ‘Frühling übers Jahr’, ‘Ganymed’, ‘Blumengruß’, ‘Wanderers Nachtlied’, ‘Grenzen der Menschheit’, ‘Anakreons Grab’, ‘Prometheus’, ‘Genialisches Treiben’, ‘Coptisches Lied 1 en 2’, ‘Ob der Koran von Ewigkeit sei?’, ‘Phänomen’, ‘Begegnung’, ‘Gesang Weylas’ en ‘Nicht länger kann ich singen’.
Verder commentaar is eigenlijk niet nodig, want mooier en beter kan het eigenlijk niet. Om de 24 Goethe liederen compleet te horen, kan worden uitgeweken naar Geraldine Greevy en Graham Johnson (Hyperion CDA 67130), maar dan wacht toch een wat minder intense belevenis.