Weinberg: Strijkkwartetten nr. 1 op. 2/141, 10 op. 85 en 17 op. 146. Göteborg kwartet. Olympia OCD 628 (60’59”). 1997
Weinberg: Strijkkwartetten nr. 1 op. 2/141, 3 op. 14 en 10 op. 85; Capriccio op. 11; Aria op. 9. Danel kwartet. CPO 777.566-2 (77’15”). 2007/9
Weinbergs strijkkwartet nr. 1 uit 1936/7 draagt het merkwaardige opusnummer op. 2/141. Dat komt omdat hij zich met dit werk voor het eerst in deze vorm uitte toen hij achttien was en blijkbaar zeer onder de indruk verkeerde van Berg en Schönberg. De lotswisselingen die hij in zijn latere leven onderging ten gevolge van de Nazi’s, de communisten en het antisemitisme zorgden ervoor dat hat werk zoek raakte; In 1985 schreef hij het opnieuw uit zijn geheugen. Als hoogbegaafd musicus moet hij inderdaad over een fenomenaal geheugen hebben beschikt, maar het valt moeilijk aan te nemen dat hij bij dat hercomponeren niet ook wat herzieningen aanbracht.
Hoe dat ook zij, het gaat om een merkwaardig stuk dat hoe dan ook goed is geschreven en een heel eigen stempel draagt. Toch blijft het wat achter bij het strijkkwartet nr. 10 uit 1964 – het werk dat Shostakovitch deed beseffen dat hij de strijkkwartetrace dreigde te gaan verliezen. Het kwartet nr. 17 uit 1987 draagt een nog persoonlijker stempel en Shostakovitch was toen definitief verslagen. Bij dit laatste werk gaat het om een interessante compositie met een langzaam deel half in sonatevorm, half fantasie. Aan inventiviteit dus geen gebrek.
Het Göteborg kwartet heeft zich in Weinberg gespecialiseerd en zorgt voor een puik verzorgde, toegewijde interpretatie. De opname van het Danel kwartet is niet nader bekend, maar zou voor nr. 1 een goed alternatief kunnen zijn.