Weber: Der Freischütz. Peter Schreier, Gundula Janowitz, Edith Mathis, Theo Adam, Bernd Weikl, Siefried Vogel, Ffanz Crass met de Staatskapel Dresden. DG 415.432-2 (2u. 03’40”, 2 cd’s). 1973
Carlos Kleiber, de perfectionist met zijn grote temperament en zijn dramatische energie, zorgt haast voor oververhitting van het orkestaandeel, mee ten gevolge van nogal extreme tempi. Hij weet altijd te fascineren, besteedt veel zorg aan het detail (en gaat bij voorkeur terug tot het manuscript om zaken te laten horen die zelden naar voren worden gebracht in de gangbare, routineuze operapraktijk). Zijn tempi zijn mogelijk wat controversieel omdat ze naar uitersten neigen. Hij beschikt ook over een vrijwel ideaal stel zangers in de hoofdrollen: Gundula Janowitz als buitengewoon innemende, maar toch wat slaapwandelende Agathe, Edith Mathis als parmantige Ännchen met volmaakte bel canto eigenschappen, Peter Schreier als Max (bedachtzamer dan gangbaar, soms licht gekweld en gespannen klinkend, maar steeds bereid om terug te springen na zijn helse ontmoetingen) en Theo Adam als diabolische Kaspar. Beiden zijn beter in het karakteriseren dan dat ze mals stemgeweld tonen. Het is een realisatie vol haast onontkoombare suggestieve kracht en dat gelukkig niet alleen in de onovertroffen huiveringwekkende Wolfsschlucht waar satan om middernacht verschijnt. Een groot bezwaar heeft deze versie echter wel: de toch al moeilijk te verdragen gesproken dialogen worden hier door toneelspelers in de beste Brechtstijl geuit, wat vervreemdend aandoet. Kleibers opruimactie geldt terecht als klassiek.
Wat zijn eventuele alternatieven? De eveneens naar de oorsprong teruggaande Nikolaus Harnoncourt (Teldec 4509-97758-2), de wat oudere opname van Keilberth (EMI 769.342-2) en die van de gedegen Böhm (Orfeo C 732 0721), maar voor velen zal Kleiber toch favoriet zijn.