Wagner: Tristan und Isolde. Catarina Ligendza, Wolfgang Windgassen, Grace Hoffman, Gustav Neidlinger, Gottlob Frick met het Ensemble van de Staatsopera Stuttgart o.l.v. Carlos Kleiber. Golden Melodram GM 1.0079 (3 cd’s, 3u. 31’13”). 1973
Wagner: Tristan und Isolde. Catarina Ligendza, Hans Hopf, Ruza Baldani, Hans Sotin met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Carlos Kleiber. Exclusive EX 92 F 18/20 (3 cd’s, 3u. 38’31”). 1973
Wagner: Tristan und Isolde. Catarina Ligendza, Helge Brilioth, Kurt Moll, Heinz Feldhoff, Yvonne Minton met het Ensemble van het Bayreuth festival o.l.v. Carlos Kleiber. Melodram GM 1.0036 (3 cd’s, 3u. 49’23”). 1974
Wagner: Tristan und Isolde. Catarina Ligendza, Spas Wenkoff, Ruza Baldani, Kurt Moll, Siegmund Nimsgern met het Ensemle van La Scala Milaan o.l.v. Carlos Kleiber. Myto 3 MCD 993.208 (3 cd’s, 3u. 43’45”). 1978
Wagner: Tristan und Isolde. René Kollo, Margaret Price, Kurt Moll, Dietrich Fischer-Dieskau, Brigitte Fassbänder met de Staatskapel Dresden o.l.v. Carlos Kleiber. DG 413.315-2, 477.5355 (3 cd’s, 3u. 53’23”). 1982
Wagner: Tristan und Isolde. Repetitie opnamen. Omroeporkest Stuttgart. Golden Melodram GM 4.0081 (2 cd’s). 1972
Ook Wagner zelf kon jaren nadat het werk gereed was niet verklaren hoe hij Tristan und Isolde in één machtige geïnspireerde worp had kunnen concipiëren, zo hecht en van hoog niveau is het werk. Hoe vaak men het werk ook heeft beleefd, het fatale liefdesverhaal van deze opera met zijn vele, in Wagners eigen libretto terug te vinden psychologische en filosofische ondertonen en connotaties, blijft heel treffend en ontroerend, hoe vaak men het stuk ook heeft ondergaan.
Tristan moet een kolfje naar de hand van Carlos Kleiber zijn geweest, getuige ook de vijf opnamen die hij van deze opera naliet. Helaas – het blijkt ook uit de Vergelijkende Discografie – is geen van die uitvoeringen, vaak zaalregistraties die alleen al daarom vaak zijn gehandicapt, opgewassen tegen een aantal der mooiste eerdere en latere opnamen, waarbij vooral te denken valt aan Furtwängler (EMI 556.254-2, 585.873-2), Böhm (Philips 449.772-2, DG 449.772-2), Reiner (Naxos 8.110068/70), Barenboim (Teldec 4509-94568-2) en Pappano (EMI 558.006-2).
Van de vijf bekende opnamen die Carlos Kleiber naliet, is de zorgvuldige gemaakte opname uit Dresden de best geslaagde, vooral natuurlijk opnametechnisch. De uitvoering heeft – net als zijn andere in mindere of meerdere mate – een pakkend impulsief karakter en wordt haast onverwachts bekroond door een geweldige Isolde van Margaret Price. Haar voordracht is van een heel pure soort, lyrisch, zeer vrouwelijk en kwetsbaar. Zo vormt ze een mooi contrast met de heroïsche Tristan van René Kollo, die op zijn best is in de derde akte. Brigitte Fassbänder is een heldere, maar wat koele Brangäne, Dietricht Fischer-Dieskau is wel eens beter geweest als Kurwenal, maar Kurt Moll is dan weer een wsat duistere, maar best krachtige koning Marke.
De dirigent klinkt soms hoorbaar opgewonden, wat dan tot snelle, koortsachtige tempi leidt, maar dat verhoogt meteen ook de mate aan hypnotiserende concentratie.
De opname klinkt lichtelijk inconsistent, is niet geheel gevrijwaard van bijgeluiden, maar de stemmen klinken goed in een ruime akoestiek.