Weber: Ouvertures Euryanthe J. 291; Peter Schmoll und seine Nachbarn J. 8; Oberon J. 306; Der Beherrscher der Geister J. 122 op. 27; Turandot J. 75; Preciosa J. 279, op. 78; Silvana; Jubel Ouverture J. 245, op. 59; Abu Hassan J. 106; Der Freischütz J. 277. Nieuw Zeelands symfonie orkest o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.570296 (76’24”). 2006
Vanzelfsprekend kan men voor een programma met ouvertures van Weber veilig terugvallen op beroemde namen uit het verleden: Karajan (DG 429.070-20), Stein (Decca 476.2745) of Sawallisch (EMI 575.644-2), maar waarom niet kiezen voor deze heel omvangrijke en goedkope oplossing? Deze biedt alle zes opera ouvertures plus die voor de toneelmuziek bij Preciosa en Turandot; Bij Die Berherrscher der Geister en Jubel gaat het om zelfstandige werken; dat laatste eindigt feestelijk met een prachtige orkestratie va ‘God save the queen’.
Het orkest uit Nieuw Zeeland weet de opwinding van Der Freischütz, de Turkse kleuring van Abu Hassan, de Chinese van Turandot (waarvan een melodietje middenin Hindemith tot zijn Metamorfosen inspireerde) en de fijne contrasten van Euryanthe fraai weer te geven. De hoorns weren zich danig.
De enige aanmerking is dat het uitstekende orkest onder gunstiger akoestische omstandigheden had moeten worden opgenomen. Nu ontbreekt het wat aan helderheid.