CD Recensies

VINCI: CATONE IN UTICA

Vinci: Catone in Utica. Juan Sancho, Franco Fagioli, Valer Barna-Sabadus, Max Emanuel Cencic, Vince Yi en Martin Mitterrutzner met Pomo d’oro o.l.v. Riccardo Masahide Minasi. Decca 478.8194 (3 cd’s, 3u. 53’25”). 2014

 

Net als de eerder besproken opera Artaserse uit 1730 van Leonardo Vinci is zijn twee jaar eerder geschreven Catone in Utica een feest voor altzangers. Vier in getal naast twee tenoren. Een gevolg van het pauselijk verbod van vrouwen op het toneel.

Het verhaal betreft de trouwe republikeinse patriot Marcus Pontius Cato die in de strijd liever zelfmoord pleegde in 46 v. Chr. dan zich ondergeschikt te maken aan de overwinnende dictator Julius Caesar. Plutarchus beschreef dit, maar Metastasio maakte er een hecht libretto van.

Max Emanuel Cencic, die in Artaserse de rol van Mandane zong, is de drijvende kracht achter deze welkome realisatie Hij neemt de rol van Arbace op zich en schuwt in zijn vertolking nauwelijks een scheutje pathetiek in zijn liefdesbetuigingen voor Marzia. Hij verzamelde de andere altisten Franco Fagioli (een net iets te vibrerende en te precieus articulerende Cesare), Valer Sabadus (Marzia) en Vince Yi (een haast echt vrouwelijke Emilia) voor de andere mannen en vrouwenrollen om zich, terwijl de tenoren Juan Sancho (de pittig gezongen titelrol van Catone) en Martin Mitterrutzner (Fulvio) op zich namen.

Pomo d’oro brengt onder de bezielde leiding van concertmeester Minasi een mousserende begeleiding tot stand. Daarin vallen onder andere krachtige gitaarklanken op.

Interessant is misschien nog om te vermelden dat Vinci in  het jaar 1730 al op 34-jarige leeftijd stierf; vermoedelijk werd hij vermoord door de jaloerse echtgenoot van zijn minnares. Hij werd wel als de ‘Italiaanse Lully’ bestempeld en stond op één lijn met Vivaldi en Händel. Goed dat zijn werken een vooraanstaande plaats in het barokke niche repertoire krijgen.