CD Recensies

VASKS: SEASONS, THE; MUZIEK VOOR EEN ZOMERAVOND

Vasks: The seasons (Gadalaiki); Muziek voor een zomeravond. Vestard Shimkus. Wergo WER 6734-2 (59’54”). 2009

 

Vasks: The seasons; Muziek voor een zomeravond. Marcel Worms. Zefir ZEF 9643 (59’58”). 2015

 

Als een der vele componisten die zich met de vier wisselende jaargetijden bezig hield (zie rubriek Fonografie Muziek onder J: Jaargetijden, De), schreef de Let Peteris Vasks tussen 1980 en 2009 het inderdaad vierdelige pianowerk Gadalaiki. Dit bestaat uit:

  1. 1. Baltā ainava (wit tafereel, winter)
  2. 2. Pavasara muzika (lentemuziek)
  3. 3. Zaiā ainava (groen landschap)
  4. 4. Rudens muzika (herfst muziek)

 

Het moeilijkste stuk, lentemuziek, ontstond als eerste. Aan het viertal wordt gewoonlijk meteen het zo’n zes minuten durende Vakaka muzika (muziek voor een zomeravond) uit 2009 als een soort toegift vastgehaakt.

Dat de componist zeer geboeid is door het mooie Baltische landschap, blijkt ook uit menig ander werk van hem. Ook hier weer uit hij zijn persoonlijke gevoelens en zijn liefde voor dat landschap weer in een geëngageerde, de milieubeweging welkome muziek. In hoeverre ook soort religieuze natuuraanbidding in het spel komt valt niet eenduidig te bepalen. In ieder geval moet men er niet een nadrukkelijke programmatische of beschrijvende waarde aan toekennen. Het gaat meer of impressies dan om sfeer. Het idioom is een soort laat-impressionisme dat in de verte ook aan Mompou, Ravel en Messiaen doet denken; of je kunt het een kruising tussen Liszt, Scriabin en Feldman noemen met een herinnering aan  Lutoslawski. Opvallend is dat in de bladmuziek van drie der seizoenen geen maatstrepen te bekennen zijn. Dat geeft de vertolker de gelegenheid tot enig spontaan improviseren. In het ‘witte tafereel’ heerst rust en stilte met een toefje minimalisme. Het lente- en zomerseizoen geven blijk van  meer beweging en warmte. De lentemuziek is het langst en draagt de ondertitel quasi una sonata; in de herfstmuziek ontbreekt een stormscène niet

De groep werken (mogen ze een cyclus worden genoemd) werden geschreven voor de 25-jarige Vestard Shimkus die ze meteen vastlegde. Hij speelt begripvol en virtuoos, maar maakt de muziek meteen ook heel toegankelijk als lyrische, laat twintigste eeuwse pianomuziek.

Shimkus speelt het werk zo juist en indringend, hij kent het zo door en door dat hij uiteindelijk toch wordt verkozen boven de recentere, op zich ook uitstekende interpretatie van Marcel Worms.