Vivaldi: Nisi Dominus in g RV. 608; ‘Crucifixus’ uit Credo RV. 592; Stabat mater RV. 621 Philippe Jaroussky (ct), Marie-Nicole Lemieux (a) met het Ensemble Matheus o.l.v. Jean-Christophe Spinosi. Naïve OP 30453 (42’37”). 2007
Zonder twijfel bevat deze cd heel goede, deels zelfs bewonderenswaardige vertolkingen. Niettemin zijn daar een paar vraagtekens bij te plaatsen. Waarom wordt Nisi Dominus door een countertenor gezongen en het Stabat mater door een alt? De keuze voor één stem was toch logischer geweest?
Bovendien had de Canadese alt het Stabat mater al eens met Tafelmusik opgenomen (Analekta AN 29763) op haar uitgave Meilleurs moments.
Dat het net niet tien minuten durende vierdelige Credo niet volledig is opgenomen, is begrijpelijk omdat daar sopraan, alt, tenor en bas aan te pas komen. Wie dat wil horen, kan terecht bij Robert King met Susan Gritton, Catherine Denley, Lynton Atkinson en David Wilson-Johnson (Hyperion CDA 66769).
Meer in detail blijkt deze interpretatie van Nisi Dominus zijn beste momenten te beleven in de prachtige langzame momenten van ‘Cum dederit delectis suis sommum’ en de viola d’amore solo van Spinosi in ‘Gloria patri’. Het begindeel had echter best wat pittiger mogen worden aangepakt.
Over het geheel klinkt de met gevoel geladen aanpak van Lemieux in het Stabat mater heel passend, maar de begeleiding had hier en daar, zoals in ‘Eja mater, fons amoris’ wat stijlvoller mogen wezen. Het zijn kleine aanmerkingen op een verder behoorlijk goed geslaagd project.