Vivaldi: L’estro armonico op. 3. L’arte del arco o.l.v. Federico Guglielmo. Brilliant Classics 94629 (2 cd’s, 1u.34’12”). 2013
De twaalf concerten van L’estro armonico (vrij vertaald De muzikale inspiratie) werden mee van groot belang omdat ze in 1711 in Amsterdam werden gedrukt en van daaruit over heel Europa verspreid. Bach bewerkte er vijf van voor klavecimbel en eentje voor orgel, gaandeweg de kneepjes van het vak lerend.
De partituur bestaat uit vier subdelen: een concert voor vier violen wordt gevolgd door een concert voor twee en een soloconcert. Maar binnen dit patroon wordt tot aan het eind een majeur exemplaar gevolgd door een mineur dito. Maar steeds leidt het mineur weer tot een vrolijk majeur.
Het aantal exemplaren voor afzonderlijke partijen doet vermoeden dat de concerten ook kunnen worden gespeeld door één instrument per partij, een opvatting die de laatste jaren steeds gangbaarder is geworden. In dit stadium van de muziekgeschiedenis waren de stijl, de energie en de structuur van de muziek genoeg voor de benaming ‘concert’ zonder dat een solist tegenover een groot ensemble werd geplaatst.
Dat is ook nagenoeg de keuze van L’arte del arco dat behalve uit concertmeester Federico Guglielmo bestaat uit Elisa Citterio, Rossella Croce, Esther Crazziolara en Isabella Bisonn(v), Enrico Balboni en Davide Zaltron (va), Francesco Galligioni (vc), Paolo Zuccheri (cb)m Roberto Loreggian (kl, org) en Michele Pasotti (theorbe, barokgit).
Samen geven deze elf musici heel goede, spirituele, in de snelle delen meeslepende vertolkingen die bijna zo geweldig zijn als die van Rachel Podger met Brecon baroque (Channel Classics CCS SA 36515) en minstens zo goed als Biondi (Virgin 545.315-2) en Hogwood, bij wie Guglielmo destijds soleerde (Chandos CHAN 0689). Het prijsvoordeel is aan de kant van Brilliant.