Vivaldi: Concert voor 2 trompetten en strijkorkest in D RV. 781; Orlando furioso RV. Anh. 84. Riccardo Novaro (b., Orlando), Romina Basso (ms., Alcina), Gaëlle Arques (ms., Bradamante), Teodora Gheorghiu (s., Angelica), Delphine Galou (a., Medoro), David Lee (ct. Ruggiero) en Roberta Mameli (s., Astolfo) met Modo antiquo o.l.v. Federico Maria Sardelli. Naïve OP 30540 (2 cd’s, 1u. 50’41”). 2012
Net als bij andere componisten - met voorop Händel - combineert Vivaldi’s Orlando magie, heldendom een komedie om een verhaal te vertellen over de verleidelijke tovenares Alcina, een nobele, aan grote liefde onderhevige ridder Orlando en een afleidingsmanoeuvres uitvoerende verloofde Bradamante die zichzelf als man vermomt om haar betoverde beminde te redden. Een magische ring helpt tot slot om alles in het reine te brengen. Vivaldi schreef de hier door een feestelijk concert voor 2 trompetten voorafgegane opera in 1727 RV. 728.
Lang was het werk verloren gewaand en er bleek meer aan de hand. Er blijkt ook een eerdere versie uit 1713 te zijn en het is deze die Sardelli hier koos. Daar ontbreekt in vergelijking wel het nodige aan, maar het werk is in deze vorm toch de moeite waard, ook door leentjebuur te spelen in vroegere opera’s en werk van anderen.
In deze uitvoering krijgt het werk veel vaart en brengt bijvoorbeeld als verrassing dat Orlando geen bariton, maar een alt is. Om dit werk geheel recht te doen, was het belangrijk om zeven solisten bij elkaar te krijgen die niet alleen over de vereiste techniek en expressieve mogelijkheden beschikken, maar ook in timbre en kleur van elkaar verschillen. Met merendeels jonge zangers is dat aardig gelukt. Sardelli kiest levendige tempi die passen bij het furor karakter.
Als protagonist beschikt bariton Riccardo over een aangenaam warme stem to in zijn hoogste register. Hij schittert vooral in de lange scene waar hij gevangen is in een grot. Romina Basso als Alcina en David Lee als Ruggiero vormen een passend vlot koppel, zeker ook in de versieringen. Een andere ster die helder schijnt is sopraan Gaëlle Arquez met haar stevige inzet, Teodora Gheoghiu is een ware heldin als Angelica qua karaktertekening en stem.
Wie een prachtopname wil horen van de versie 1727, waarvoor wel drie cd’s nodig zijn, is vooral aangewezen op Cristophe Spinosi (Opus 111 OP 30393).