Vries, De: A king riding. Lisa Saffer (s), Rosemary Hardy (s), Marijke van Kooten (v), Lucia Swarts (vc), André Heuvelmans (tr), Walter van Hauwe (blfl), Harry Sparnaay (kl) met het ASKO- en Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. Donemus Composer’s Voice CV 134 (2 cd’s, 1u. 53’03”). 2001
In 1996 componeerde Klaas de Vries zijn opera A king riding (zelf betitelt hij het werk liever als ‘Scenisch oratorium’). Het is gebaseerd op de novelle The waves van Virginia Woolf uit 1931 en gedichten van Fernando Pessoa. Volgens Marguerite Yourcenar gaat het om een verhaal over zes personages, of beter gezegd zes instrumenten. Die muzische gedachte over de novelle diende zich bij de schrijfster aan na het beluisteren van de late pianosonates van Beethoven (waar Aldous Huxley eerder ook al zo boeiend over had geschreven).
De dramatische monologen van deze zes figuren cirkelen rond de afwezige Percival. De Vries baseerde zich voor zijn (meester)werk op Yourcenar en toont de zes personages niet alleen vocaal, maar ook instrumentaal solistisch. De stemloze, afwezige Percival meldt zich met een opmerkelijk spectaculaire trompetsolo en in de gestalte van een balletdanser. De drie gedichten van Pessoa die De Vries uitkoos, hebben een versterkend effect op het geheel.
Het eerste half uur van A king riding klinkt overeenkomstig de vaagheid van de personages vrij onbestemd, maar nadat de trompet naar voren treedt, krijgt de muziek meer ritmisch profiel en treden de zangers aan. Meer hierover is te lezen in een interview van Rob Zuidam met de componist in de NRC van 17 mei 1996.
Laten we dankbaar zijn dat het werk meteen in een uitstekende vertolking is vastgelegd.