CD Recensies

VITALI, T.A.: TRIOSONATES; VARIE SONATE.

Vitali: Triosonates op. 2 nr. 1-12. Semperconsort. Brilliant Classics 94495 (66’21”). 2009

Vitali: Varie sonate alle francese e all’italiana op. 11 nr. 1-10; ’Toccata’, ‘Barabano’ uit Partite sopra diverse sonate; ‘Grave’ (‘Omaggio a Vitali’ van Cozzolino). Semperconcert o.l.v. Luigi Cozzolino. Brilliant Classics 93976 (59’45”). 2008

De in Bologna geboren violist en componist Tomaso Antonio Vitali (1663 - 1745) ontleent zijn blijvende bekendheid voornamelijk aan de Chaconne in g voor viool en b.c. die zijn weg vond door de publicatie van het manuscript via de Saksische Landesbibliothek in Dresden en werd opgenomen in de door Ferdinand David in 1867 uitgegeven Die Hochschule des Violinspiels. 

Hij speelde in Modena in het hoforkest en was een heel bekend vioolpedagoog. Zijn sonates voor één of meer violen met basso continuo zijn van groot belang omdat ze de eerste stappen naar de latere sonatevorm zijn.

Op deze uitgave treffen we de 12 Sonate a due violini col basso per l’organo uit 1667 en de Varie sonate alle francese e all’italiana uit 1684 aan. Deze laatste zijn het interessantst. Ze bestaan uit tien suites van verschillende lengte en worden afgesloten met een Sinfonia. In een inleiding omschrijft de componist ‘Hoewel dit werk is gecomponeerd voor zes instrumenten, kan het ook worden gespeeld door alleen de eerste violist met violone’. In de toelichting bij de cd wordt gesproken van ‘variabele geometrie’, zoals die blijkbaar in de muziekpraktijk in Modena in zwang was.

De muziek zelf meandert tussen Italiaanse en Franse invloeden die in de toelichting worden omschreven als ‘foot music’ en ‘ear music’. De Franse suites zijn gebaseerd op gestileerde dansen, de Italiaanse suites hebben een complexere harmoniek en meer contrapuntische elementen.

De Triosonates op. 2 worden mooi zoals men mag verwachten van oude muziek specialisten uitgevoerd door Luigi Cozzolini (v), Anna Noferini (v), Gian Luca Lastraioli (theorbe, gitaar) en Gabriele Micheli (orgel, spinet). Voor de Varie sonate was een wat groter ensemble van drie violen, altviool, tenorviool, violone, spinet/orgel en theorbe/luit nodig.