CD Recensies

VAUGHAN WILLIAMS: SYMFONIEËN NR. 3 EN 4

Vaughan Williams: Symfonieën nr. 3 ‘Pastorale’ en 4 in f. Elizabeth Watts (s) met het BBC symfonie orkest o.l.v. Martyn Brabbins. Hyperion CDA 68280 (80’57”). 2018

Na de Pastorale symfonie uit 1921 slaat Vaughan William met de Symfonie nr. 4 uit 1935 een heel andere weg in. De impact daarvan is wel eens wat overdreven, maar in geen ander werk gaf hij op zo’n onaflatende manier uiting aan haast gewelddadige woede en voor het eerst is er geen geen programma aan verbonden. De drie eerdere symfonieën hadden een titel die hun buitenmuzikale drijfveren aangaf.

Het brutere vocabulaire was deels al aanwezig in in muziek voor Satan uit Job, a masque for dancing waaraan hij van 1927 tot 1930 werkte, hoewel die balletmuziek ook lange stukken lyrische muziek bevatte.

Maar Vaughan Williams componeerde nooit eerder o’n strak geconstrueerd symfonisch werk; al aan het begin zijn twee kleine motieven te horen die verder het hele werk domineren. Het obsessievere taalgebruik en de structuur zijn deels toe te schrijven aan de Symfonie nr. 5 van Beethoven; in dat opzicht is de componist hier op zijn klassiekst.

Het eerste deel is in sonatevorm en contrasteert met fe pesterige, bijtende dissonanten uit het begin met onsamenhangende en veranderlijke secundaire thema’s. Het norse andante biedt geen verlichting van de chromatiek in f-klein. Het derde deel is een onthutsend scherzo dat met energieke kwaadaardigheid dwars door het orkest dendert. Een lange pedaaltoon verbindt het met de onstuimige finale die snel in een fugatische epiloog eindigt waarin de twee beginmotieven tot extremen worden ontwikkeld. 

Na in het kader van de volledige orkestwerken van deze componist keurig te zijn begonnen met de Symfonieën nr. 1 (Hyperion CDA 68245) en 2 (Hyperion CDA 68190), vervolgt Brabbins nu met beide daaropvolgende symfonieën. Hij bereikt daarin niet geheel het angstaanjagende niveau en het zinderende hitteniveau van Hickox (Chandos CHAN 9984), maar zorgt wel voor een bezielde uitvoering. Bovendien toonde het Londens symfonie orkest een wat grotere klasse en dat geldt ook voor Symfonie nr. 3 (Chandos CHAN 10001).