Veneziano: La santissima trinità. Leslie Visco (s., Vergine), Cristina Grifione (s., Amor divino), Filippo Minecchia (altus, Sapienza), Rosario Totaro (t., Onnipottenza) en Giuseppe Naviglio (bs., Peccato) met de Cappella della Pietaà de’ Turchini o.l.v. Antonio Florio. Glossa GCD 922607 (68’11”). 2013
In 1987 stelden twee musicologen een catalogus samen met alle oratoria die tussen 1650 en 1707 door Napolitaanse componisten waren geschreven. Ze vonden tientallen libretto’s, maar niet de bijbehorende muziek. Dat maakt de vondst van vier oratoria van Veneziano zo belangrijk, temeer daar deze Gaetano Veneziano (1665 - 1716) een bepalende figuur was in de vroege ontwikkeling van het genre.
Naast de Passio del venerdi santo (Florio, Glossa GCD 922609) is voorlopig alleen ook deze opname van La santissima trinità verschenen. In dit oratorium over de Heilige Drievuldigheid zijn rollen weggelegd voor de Almacht (Onnipotenzia), de Hemelse Liefde (Amor Divino) en de Wijsheid (Sapienza) als allegorische figuren. In hun recitatieven en aria’s vertellen ze als vertegenwoordigers van God de Vader, de Zoon en de Heilige geest over de manier waarop ze waren betrokken bij de schepping van Maria als de moeder van de Zoon Gods.
Het type werk staat nog niet zover af van de cantate en de opera. De meeste aria’ zijn in da capo vorm en vrij kort. De begeleiding is toevertrouwd aan strijkers en blijft soms beperkte tot ritornelli of basso continuo alleen. De zangers zorgen wel voor wat versieringen, maar zingen niet te opzichtig virtuoos. Beide sopranen hebben gelukkig verschillende stemtypes en zingen mooi. Giuseppe Naviglio is een goede Peccato en ook Filippo Minecchia maakt een positieve indruk, maar Rotario Totaro is teveel een blatende tenor. Gelukkig is zijn rol slechts beperkt. Antonio Florio weet goed hoe Veneziano’s muziek het beste tot klinken kan worden gebracht.