CD Recensies

VINCI: GISMONDO, RE DI POLONIA

Vinci: Gismondo, re di Polonia. Max Emanuel Cenčić (altus, Gismondo), Yuriy Mynenko (ct., Ottone), Sophie Junker (s., Cunegonda), Aleksandra Kubas-Kruk (ms., Primislao), Jake Arditti (ct., Ernesto), Dilyara Idrisova (s., Giuditta), Nicholas Tamagna (ct., Ermano) met het Orkestra Historyczna o.l.v. Martyna Pastuszka. Parnassus 9831.738 (3 cd’s, 3u. 37’20”). 2018.

De Napolitaan Leonardo Vinci (ca. 1696 – 1730) wendde zich na een reeks instrumentale werken te hebben geschreven tot de opera seria. Zijn werken in dit genre werden doorgaans in Rome opgevoerd. Gismondo, re di Pologna (Sigismund III Vasa, 1566 - 1632) is uit 1727 en gaat over een strijd tussen de Poolse koning Sigismund (Gismondo) en zijn heethoofdige Litouwse rivaal Primislaus (Primislao) die gepaard gaat het veel liefdesperikelen. Die geschiedenis op zichzelf is niet zo belangrijk voor de opera. Interessanter is dat deze tot een reeks prachtige, melodieuze aria’s en ensembles met veel fraaie coloraturen leidde. In het libretto van Francesco Briani nemen die verwarrende liefdesgeschiedenissen een centrale plaats in, net als de prominente plaats van de drie countertenoren die gelukkig zo goed zijn dat ze nauwelijks van een vrouwenstem zijn te onderscheiden.

De opera begint met een Sinfonia en vervolgens klinken achtentwintig aria’s, een duet, een trio en een slotkoor.

Deze herleving van Gismondo is vooral te danken aan Max Emanuel Cenčić die daarvoor zijn eigen cd label Parnassus stichtte en een uitvoering uit het Weense Theater an der Wien meteen registreerde. Erg dramatisch is zijn rol niet en daarom heeft hij alle mogelijkheden om de lyrische schoonheid van zijn stem bravoureus te laten horen.

Naast hem horen we de Oekraïner Yuriy Mynenko als Gismondo’s zoon en  tevens rivaal in de liefde Ottone en ook beschikkend over een strelende stem die hij virtuoos inzet. Jake Arditti en Nicholas Tamagna als berouwvolle Ermanno maken het countertenoren kwartet compleet met eveneens karakteristieke stemmen.

Als Gismondo’s sterke, boosaardige tegenspeler Primislao horen we de fonkelende mezzosopraan (eerder een dramatische sopraan) Aleksandra Kubas-Kruk. Van de beide andere vrouwenrollen heeft de beweeglijke Belgische Sophie Junker de meer dramatische, donkere rol van Cunegonda en Dilyara Idrisova die van de lichtere en jeugdig stralende van Giuditta.

Voeg daarbij een door concertmeester Martyna Pastuszka energiek, genuanceerd, met verve, zorg en op ‘oude instrumenten spelende Pools orkest uit Katowice waar het in 2012 werd opgericht en dat o.a. van fraaie baroktrompetten is voorzien, begeleidt.

De uitgave is heel luxueus en mooi verzorgd.