CD Recensies

VIVALDI: ERCOLE SU'L TERMODONTE

Vivaldi: Ercole su’l Termodonte RV. 710. Rolando Villazón (t. Ercole), Patrizia Ciofi (s., Orizia), Diana Damrau (s., Martesia), Joyce DiDonato (ms., Ippolita), Vivica Genaux (ms., Antiope) Philippe Jaroussky (ct., Alceste), Romina Basso (ms., Teseo) en Topi Lehtipuu (t., Telamone) met het Santa Cecilia koor  Europe Galante o.l.v. Fabio Biondi. Virgin 694.5450 (2 cd’s, 2u. 24’01”). 2010
 
Met de eerste opera Hercules in Thermodon die Vivaldi in 1723 voor Rome schreef, wilde hij een goede indruk maken en daarom paste hij er allerlei types aria en trucjes in toe waarover hij beschikte. In dit werk wordt met veel vrijheid gewezen op her negende werk van Hercules en zijn heldenvrienden rond de rivier Thermodon of Terme in het koninkrijk van de Amazonen waar hij er na een reeks avonturen in de oorlog en de liefde in slaagt de gordel van de Antiope, de koningin van de Amzones te winnen.
Het werk ging verloren, maar Biondi kon het reconstrueren aan de hand van het wel bewaarde libretto. Het muziekmateriaal scharrelde hij in Parijs, Muunster en Turijn bij elkaar, maar nog steeds ontbraken de recitatieven. Die schreef hij daarom maar zelf. Ook het koormateriaal ontbrak en daarom ontfermde hij zich als een soort tweede Hercules daarover zelf.
Wat zo ontstond heeft enigszins het karakter van een pastiche en het zou niet de moeite waard zijn geweest wanneer hij niet een voortreffelijk stel zangers had gevonden om zijn plan uit te voeren. Al heeft hij weinig besef van barokzang is Rolando Villazón een stoere, maar soms overemotionele Hercules die een probleem op zich vormt. 
Gelukkig is hij de enige zwakke schakel onder de solisten.  In de eerste plaats moet Vivica Genaux als een indrukwekkende, haast manlijke Antiope worden genoemd. Echt een autoritaire leider die heel virtuoos en met mooie versieringen zingt. Als haar oorlogszuster Orizia klinkt Pattrizia Ciofi  met haar rokerige stem streng en vrij meedogenloos. Ook zij weet in de da capo’s goed te versieren. De derde zus, Ippolita is een glansrol voor Joyce DiDonato.
Als Martesia, de dochter van Antiope, klinkt Diana Damrau jeugdig en meisjesachtig.Her mooist is ze in de derde akte waarin ze in een heel mooie aria de liefde van Alceste aanvaardt. Geen wonder wanneer Philippe Jaroussky tegenover je staat. Hij zingt hier ongewoon mooi en inderdaad hartveroverend. Topi Lehtipuu is een jeugdige, gespierde Telamone, maar lichter en jeugdiger van karakter dan Villazón. 
De grootste verrassing is echter Romina Basso die met haar mezzo kan toveren en voor een sensuele Teseo zorgt. Het flexibel spelende Europa Galante zorgt voor een begeleiding die zich voortdurend richt op de vereiste sfeer. Zo valt er veel te genieten.