Vittorio, Di: ‘Ode Corelliana’ (naar Corelli’s op. 6/8; ‘Fanfare del mare su un tema di Monteverdi’; ‘Venere e Adone’; Ouverture ‘Palermo’; ‘La villa d’Este’ (naar Liszts S. 163; Sinfonia nr. 3 ‘Templi di Sicilia’; ‘Sarabande antica’; ‘Metamorfosi’. Kelly Hall-Tomkins (v) met het New Yorks kamerorkest o.l.v. Salvatore di Vittorio. Naxos 8.579033 (76’04”). 2020
De in 1967 in Palermo geboren componist en dirigent Salvatore di Vittorio vestigde de aandacht op zich met de herontdekking van het onvolledige Vioolconcert in A uit 1903 van Respighi dat hij in 2009 voltooide en daarna met Laura Mazadori opnam (Naxos 8.572332).
In 2007 richtte hij het New Yorks kamerorkest op en op deze cd voert hij daarmee eigen composities in de beste neoklassieke traditie uit. Het is bovenal lyrische muziek in verhalende stijl die mooi kleurig is georkestreerd. In de ‘Ode Corelliana’ werpt hij een blik terug op één van de twaalf Concerti grossi op. 6 van Corelli. De ‘Fanfare del mare su un tema di Monteverdi’ is gebaseerd op Monteverdi’s motet ‘O sia tranquillo ilmar, o pien d’orgoglio’.
In de Ouverture ‘Palermo’ wordt een levendig beeld geschetst van zijn geboortestad en in de Sinfonia nr. 3 op de pracht en de schoonheid van de tempels op Sicilië, terwijl de Suite nr. 4 - waarschijnlijk de belangrijkste compositie van Di Vittorio tot nu toe - zijn oorsprong vindt in de Metamorfosen van Ovidius. De ‘Sarabande antica’ klinkt statig en de Lisztbewerking beeldend.
Door de bank genomen gaat het steeds om aangenaam in het gehoor liggende muziek die profiteert van de uitstekende onderhavige uitvoeringen. Kelly Hall-Tomkins speelt een fraaie vioolsolo in de Sinfonia nr. 4. Er valt veel te genieten. Wie de smaak van deze componist te pakken heeft, moet ook eens zijn Ouverture ‘Respighiana’ en de Sinfonia’s nr. 1 en 2 proberen (Naxos 8.572333).