Veneziani: Liriche da camera. ‘All’amore’, ‘Notturno’. ‘Rondò’. ‘Favola antica’, ‘Nostalgia’, ‘Ebrezza’, ‘A due mani’, ‘L’addio, ‘Nenia’, ‘Rimpianto’, ‘Perchè?’, Favoletta’, ‘Campane di festa’, ‘Per la via’, ‘Amore fidente’, ‘Sorrisi’.’Nell’orto’. ‘Canto di trovatore’, ‘Tramonto d’autunno’, ‘Canzone pe’l bambino’. Beatrice Palumbo (s) en Gian Francesco Amoroso (piano). Tactus TC 87220-2 (59’23”). 2020

 

Als componist is Vittore Veneziani (1878 - 1958) buiten Italië nauwelijks bekend.  In neigen land waarschijnlijk ook niet. Hij was van 1921 tot 1954 koorleider aan aan La Scala in Milaan en van een Israëlitische school, maar moest omdat hij half-Jood was in 1938 terugtreden uit die functie op grond van de toen ingevoerde rassenwetten. Zekerheidshalve vluchtte hij om mogelijk erger te voorkomen naar Zwitserland. In 1946 keerde hij terug en hernam zijn taak tijdens een door Toscanini gedirigeerd optreden.

Als componist bracht hij een stel koorwerken, vier ‘melologen’ voor spreekstem en orkest, een paar opera’s, symfonische- en kamermuziekwerken, bewerkingen van volksliederen en Hebreeuwse melodieën plus andere liederen op zijn naam.

De hier opgenomen liederen zijn illustratief voor een onder nieuwe sociale invloeden veranderende stijl.

Beatrice Palumbo en haar attente begeleider Gian Francesco Amoroso geven daar in een qua sfeer aardig gevarieerd recital een erg goede indruk van. Zo krijgen we een aardige kijk op een onbekend stukje Italiaans muziekleven. De enige andere cd van zijn werk verscheen in 2009 onder de titel ‘Melologhi su testi di Domenico Tumiati en bevat bewerkingen van ‘La badia di pomposa’ en ‘Parisina’ (Tactus TC 872201).