Verdi: Il corsaro. José Carrerars (t., Corrado), Jessye Norman (s., Medora), Montserrat Caballé (s., Guinara), Gian Piero Mastromei (b., Pasja Seid), John Noble (bs., Giovanni), Clifford Grant (t., Aga Selimo) e.a. met de Ambrosian singers en het Philharmonia orkest o.l.v. Lamberto Gardelli. Philips 416.398-2 (2 cd’s, 1u., 34’07 “). 1975

 

Door sommige critici werd de achtste opera van Verdi, Il corsaro tevens al zijn slechtste beschouwd. Het is in ieder geval zijn kortste. Het libretto van Francesco Maria Piave is gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Byron uit 1814. Daarin verlaat Corrado, de ‘cosair’ zijn geliefde Medora om tegen de moslim Turken te gaan vechten. Vermomd als frater dringt hij door tot het hof van pasja Seid terwijl zijn medestanders de stad met toortsen in brand steken.

Als ridderlijke Byronese held eindigen zijn mannen en hij in gevangenschap nadat ze vrouwen en kinderen in veiligheid hebben gebracht. Corrado wordt ter dood veroordeeld door pasja Seid, maar pas nadat Seids favoriete Gulnara verliefd op hem is geworden. Zij vermoordt de pasja en bevrijdt Corrado die haar mee terug neemt naar zijn eigen land waar hij Medora dood aantreft omdat ze zich heeft vergiftigd in de aanname dar Corrado nooit zou terugkeren. Wanneer zij sterft, werpt Corrado zich in de zee. 

Destijds maakte Philips een aantal Verdi-opnamen met Lamberto Gardelli. Alle hebben een behoorlijk hoog niveau, ook deze met José Carreras, Jessye Norman en Montserrat Caballé als uitblinkers.