Verdi: Don Carlo. Richard Margison (Don Carlo), Galina Gorchakova (Elisabetta), Olga Borodina (Eboli), Dmitri Hvorostovsky (Posa), Roberto Scandiuzzi (Filippo II), Robert Lloyd (Grande inquisitore), Ildebrando d’Arcangelo (frate), Elisabeth Norberg-Schulz (Tebaldo), Sylvia McNair (voce dal cielo) e.a. met het Ensemble van Covent Garden o.l.v. Bernard Haitink. Philips 454.463-2 (3 cd’s, 208’04”). 1996
Op papier is dit een merkwaardige, weinig belovende bezetting met nauwelijks Italiaanse zangers en vooral Russen en Engelsen in de belangrijke rollen. Voeg daarbij dat Haitink hier haast in de sporen van Karajan treedt en van deze dramatische opera eerder een fraai orkestraal symfonisch gedicht met menselijke stemmen maakt dan echte theatersfeer te scheppen. Daardoor worden de accenten in het werk verlegd van scherpe confrontaties en conflicten naar blijken van menselijkheid en mededogen maar dat komt de spanning niet ten goede. Het is alsof de luisteraar niet direct bij de handeling wordt betrokken maar alles afstandelijk gadeslaat.
Borodina als Eboli mag dan van nature over weinig italianatà beschikken, met haar fraaie, kernachtige maar ook fluwelen mezzo weet ze toch zeer te overtuigen; probeer ‘O don fatale’ maar. Wat onverwacht is zij haast de beste onder de solisten. Ook Hvorostovsky (Rodrigo) heeft heel fraaie momenten en zijn ‘Per me giunto’ is een hoogtepunt uit de vertolking. Maar dan.... Gorchakova (Elisabetta) beschikt niet over voldoende elegant, lyrische stemmiddelen en in haar romance intoneert ze bovendien ongelukkig; Margison is een nog onvoldoende gerijpte Don Carlo en ook Scandiuzzi is nog niet helemaal klaar om Philips II in alle hoedanigheden te belichten. Beter is dan weer Lloyd als grootinquisiteur en hij de kleinere rollen imponeren vooral McNair (hemelse stem) en d’Arcangelo (monnik).
Het eindoordeel is duidelijk: voor een keer is deze versie interessant en best de moeite waard, maar voor regelmatig gebruik verdient het aanbeveling terug te vallen op de beproefde opnamen van Giulini (EMI 747.701-2, 567.401-2) en Solti (Decca 421.114-2). En voor de Franse versie, Don Carlos, op Pappano (EMI 556.152-2) of Abbado (DG 415.316-2).