Verdi: Requiem. Angela Gheorghiu (sopraan), Daniela Barcellona (alt), Roberto Alagna (tenor), Julian Konstantinov (bas), het Eric Ericson koor, Zweeds omroepkoor en het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. EMI 557.168-2 (2 cd’s, 84’). 2001
Verdi: Requiem. Renée Fleming (sopraan), Olga Borodina (mezzosopraan), Andrea Bocelli (tenor), Ildebrando D’Arcangelo (bas) en het Kirov koor en –orkest o.l.v. Valery Gergiev. Philips 468.079-2 (2 cd’s, 87’). 2000
Wat de doorgaans bevlogen Gergiev hier onderneemt lijkt meer een vrucht van populistisch marketingbeleid, eerder een publiciteitsstunt te zijn dan een serieuze muzikale poging. Hoe dat ook zij: het resultaat kunnen we verwaarlozen om een aantal redenen. Om te beginnen is de klankbalans miserabel met een oorverdovend luid koor en in verhouding veel te zachte solisten. Verder streeft de dirigent ten onrechte naar uitersten van tempo en dynamiek. Vooral het ‘Ingemisco’ en het ‘Offertorio’ lijden onder de slome aanpak; het ‘Sanctus’, ‘Libera me’ en de slotfuga daarentegen gaan al te vlot. Naar verwachting is Bocelli die tegen zichzelf had moeten beschermd een ramp. De fraaie klanken die Fleming voortbrengt zouden fijn zijn als ook de inhoud aan bod kwam. Borodina is wel geweldig en ook D”Arcangelo maakt een heel positieve indruk. Nee, dit is een Verdi excursie die we maar gauw moeten vergeten.
Wie daarentegen de mogelijkheid heeft, moet van de EMI opname van Abbado liever kiezen voor de dvd-v opname van dit werk (EMI 492.693-9) en dan de geluidskant van dat plaatje weergeven via een hoogwaardige muziekinstallatie en niet via zielige TV luidsprekers. De toegevoegde waarde is dan groot.
Maar als het niet anders kan, is deze qua audio identieke versie ook een belevenis op zichzelf. Temidden van legio eerdere opnamen – te beginnen met Toscanini (RCA GD 60299 uit 1951) en met eerdere versies van Abbado op DG en ArtHaus – is deze in meerdere opzichten, zij het niet tot in alle details de mooiste. Abbado was aan het eerst weer grondig aan de slag na van een zware ziekte te zijn opgestaan en die eerdere ervaring klinkt door. Dat het om een ‘live’ opname gaat, komt waarschijnlijk ook het geladen karakter van de uitvoering ten goede. Orkest en koren verrichten hun taak optimaal en daar valt dus weinig op aan te merken. Zo’n eenmalige momentopname zonder herstelmogelijkheden is lastiger voor de solisten. Niets dan positiefs verder over de jonge mezzo Barcellona, veel of ook voor de heldere, krachtige stem van Gheorghiu die wel de dramatiek heeft voor het ‘Libera me’. maar op andere momenten etherischer had kunnen klinken. Alagna valt niet mee, al zingt hij gepassioneerd en met autoriteit. Een andere lichte teleurstelling is de Bulgaarse bas Konstantinov die zwakke momenten heeft en soms onzuiver intoneert. Maar verder is dit in alle opzichten de pakkendste interpretatie van het werk dat ook heel erg goed is opgenomen. Wie toch wil vergelijken: kies dan Giulini (BBC Legends BBCL 4029-2), Muti (EMI 749.390-2) of Gardiner (Philips 442.142-2). Jammer dat EMI 2 plaatjes nodig had voor 84 minuten muziek, maar ja een passende aanvulling met dezelfde uitvoerenden was er niet.