Villa-Lobos: Bachianas Brasileiras nr. 1, 4, 5 en 6 (Nr. 4 voor pianosolo). Donna Brown (s), Sato Moughalian (fl), Alexandre Silvéro (f) en Jean Louis Steuermann (p) met cellisten van het São Paulo symfonie orkest o.l.v. Roberto Minczuk. BIS CD 1410 (59’23”). 2007
Villa-Lobos: Bachianas Brasileiras nr. 2, 3, 4 (Nr. 4 voor piano en orkest). Jean Louis Steuerman met het São Paulo symfonie orkest o.l.v. Roberto Minczuk. BIS CD 1250 (69’52”). 2005
Villa-Lobos: Bachianas Brasileiras nr. 7-9 (twee versies nr. 9). São Paulo symfonie orkest en –koor o.l.v. Roberto Minczuk. BIS CD 1400 (67’46”). 2006
Er is geen enkele reden om de folkloristische muziek van Villa-Lobos met hoogmoed tegemoet te treden omdat deze is verzadigd met Europese motieven. Juist deze quasi collectieve basis van zijn muziek karakteriseert voortreffelijk de situatie van de Zuid Amerikaanse kunstmuziek. Zo zijn zeker de Bachianas Brasilieiras een exemplarisch voorbeeld van een heel serieus te nemen Zuid Amerikaanse bijdrage aan de Wereldmuziek. De werken ontstonden tussen 1930 en 1945.
Villa-Lobos schreef voortdurend muziek, ongeacht hoe laat en waar hij was. Hij noteerde ideeën en invallen zoals ze in hem opkwamen en vond het slechts zelden nodig om deze te herzien. Dus is zijn productie immens groot (officieel zijn rond de vijftienhonderd werken van hem geregistreerd) en kwalitatief zeer ongelijkmatig. Op zijn best bereikte hij zoals opgemerkt een romantisch, sterk gekleurd amalgaam van Braziliaanse muziek en de klassieke traditie uit Europa.
Bij de Bachianas Brasileiras gaat het om een verzameling van tamelijk verschillende stukken waarin voorttuffende motorische barokritmen plotseling overgaan in lyrische overdaad. Meteen in nr. 1 voor 8 celli is het raak: het eerste deel begint en eindigt met felle ostinati, maar bevat ook melodieën met een uitgesproken folkloristisch karakter. Nr. 2 is een arrangement van voornamelijk cellostukken voor kamerorkest en is meer uitgesproken romantisch als reeks van vier exotische en soms dweperige klankgedichten die de kleuren en geuren van zijn geboorteland proberen op te roepen: meer Hollywood dan Bach in dit geval, hoewel het laatste deel – ‘het treintje van de Caipera’ – beroemd werd als exuberant beeld van een treinreis dwars door Brazilië.
Nr. 3 is voor piano en orkest. Nr. 4 vormt een welkome vondst in de vorm van twee versies, de ene voor pianosolo, de andere voor piano en orkest door inzet van een pianosolist die heel goed de verwantschap met Bach nader verduidelijkt. Toch bestond van die quasi pianoconcertversie ook al mooie uitgave van Freire (Warner).
Met nr. 5 als bekende deel voor 8 celli en sopraanstem bedacht Villa-Lobos een muziek van werkelijk Orfische kwaliteit. Het werk is tweedelig met eerst een rapsodisch nachtelijk stemmingsbeeld en daarna een geanimeerde uiting van vogelzang: een kleurig, enigszins geheimzinnig aandoend werk en een ideale gelegenheid voor de sopraan om uiting te geven aan een unieke bezieling.
Nr. 6 is een relatief korte bijdrage voor fluit en fagot, de nrs. 7 en 8 zijn voor orkest, nr. 9 is vooral bekend in de gedaante voor strijkorkest, maar er is er ook eentje voor a cappella koor en die is hier gelukkig ook aanwezig.
Om te beginnen past dus dankbaarheid voor de getoonde aandacht voor volledigheid. Hoewel: het sopraan/gitaar arrangement van de ‘aria’ uit nr. 4 dat oorspronkelijk nr. 5 vormde voordat hij de ‘Dança‘ toevoegde, ontbreekt. Maar een kniesoor die daarover valt.
Het is goed dat BIS (na Naxos) eindelijk kwam met een complete set van het negental. Nr. 1 en 5 krijgen van de Braziliaanse cellisten een welluidende modelvertolking en in nr. 5 vult Donna Brown voortreffelijk de sopraanpartij in, hoewel ze natuurlijk grote concurrentie heeft van De los Angeles (EMI 767.229-2, 566.912-2) die het werk authentiek onder leiding van de componist opnam en Hendricks (EMI) of Fleming (RCA); ze overtreft Symonds op de verder aantrekkelijke Naxosuitgave (8.557460) en ze blijft zeker niet achter bij haar rivalen..
De derde cd bevat het laatste drietal werken uit de reeks. Ook hier toont het Braziliaanse ensemble dat het meer dan vergelijkbaren dit idioom in zijn genen heeft. Zou dit na wat Dudamel in Venezuela verricht een mooi ander blijk zijn van de opkomst van het Zuid Amerikaanse muziekleven dat evenwaardige prestaties biedt als het vroeger superieur in alles geachte West Europese en Noord Amerikaanse muziekleven? Mooi en welkom is deze verrijking zeker!
BIS opnamen hebben altijd een reputatie op te houden van een geweldig goede geluidskwaliteit; dit drietal cd’s vormt geen uitzondering op die regel.